Um den befristeten Charakter des unternehmensinternen Transfers zu gewährleisten und Missbrauch vorzubeugen, sollten die Mitgliedstaaten verlangen können, dass zwischen dem Ende der Höchstdauer eines Transfers und einem erneuten Antrag in Bezug auf denselben Drittstaatsangehörigen für die Zwecke dieser Richtlinie in demselben Mitgliedstaat eine bestimmte Frist verstreichen muss.
Om het tijdelijke karakter van een overplaatsing binnen een onderneming te garanderen en misbruik te voorkomen, moeten de lidstaten kunnen eisen dat er tussen het einde van een overplaatsing die de maximumduur heeft bereikt en een nieuwe aanvraag voor dezelfde onderdaan van een derde land in het kader van deze richtlijn in dezelfde lidstaat, een bepaalde periode verlopen is.