– in Kenntnis der Verordnungen (EG) Nr. 975/1999 und 976/1999 vom 29. April 1999 zur Fortentwicklung und Festigung der Demokratie und des Rechtsstaats sowie zur Wahrung der Menschenrechte und Grundfreiheiten gemäß Artikel 179 und 308 des EG-Vertrags, die die Rechtsgrundlage für alle Aktivitäten der Europäischen Union im Bereich der Menschenrechte und Demokratisierung gemäß Kapitel B7-70 des Haushaltsplans bilden,
– gelet op de verordeningen (EG) nrs. 975/1999 en 967/1999 van 29 april 1999 inzake de ontwikkeling en consolidatie van de democratie en de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden krachtens de artikelen 179 en 308 van het EG-Verdrag, die een rechtsgrondslag voor alle mensenrechten en democratiseringsactiviteiten van de EU uit hoofde van hoofdstuk B7-70 van de begroting bieden,