(2) Die in Absatz 1 Buchstabe c genannte allgemeine oder sektorbezogene Budgethilfe basiert auf einer gegenseitigen Rechenschaftspflicht und einem gemeinsamen Eintreten für universelle Werte und zielt darauf ab, die vertragliche Partnerschaft zwischen der Union und den Partnerländern im Hinblick auf die Förderung von Demokratie, Menschenrechten und Rechtsstaatlichkeit, die Unterstützung eines nachhaltigen und integrativen Wirtschaftswachstums und die Beseitigung der Armut zu stärken.
2. De in lid 1, onder c), bedoelde algemene of sectorale begrotingssteun van de Unie is gebaseerd op wederzijdse verantwoordingsplicht en een gemeenschappelijke inzet voor universele waarden, en is gericht op het versterken van de contractuele partnerschappen tussen de Unie en de partnerlanden, teneinde de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat te bevorderen, duurzame economische groei te ondersteunen en armoede uit te bannen.
