Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van " vorlegenden rechtsprechungsorgan scheinen jedoch " (Duits → Nederlands) :

Aus dem Verfahren in der Rechtssache vor dem vorlegenden Rechtsprechungsorgan geht jedoch hervor, dass, falls der Kassationshof zusätzliche Untersuchungen beantragt und zu diesem Zweck die Sache an den Ersten Präsidenten eines anderen Appellationshofes als derjenige des Bereichs des betreffenden Magistrats verwiesen hat, damit dieser einen Untersuchungsmagistrat bestimmt, der Generalprokurator bei diesem Appellationshof als zuständig erachtet wird, nach Abschluss der angeforderten Untersuchung darüber zu entscheiden ...[+++]

Uit de rechtspleging in de zaak voor het verwijzende rechtscollege blijkt evenwel dat, wanneer het Hof van Cassatie bijkomend onderzoek heeft gevorderd en de zaak te dien einde heeft verwezen naar de eerste voorzitter van een ander hof van beroep dan dat van het rechtsgebied van de betrokken magistraat opdat die een onderzoeksmagistraat aanwijst, de procureur-generaal bij dat hof van beroep bevoegd wordt geacht om bij het afsluiten van het gevorderde onderzoek te beslissen of de zaak al dan niet naar het vonnisgerecht moet worden verwezen, zonder dat ter zake een nieuwe beslissing van het Hof van Cassatie vereist is.


Die klagenden Parteien vor dem vorlegenden Richter haben jedoch nicht angegeben, dass sie vor dem vorlegenden Richter den Antrag auf Rücknahme eingereicht hätten, der in dem Fall, dass er vom Rechtsprechungsorgan, das die Vorabentscheidungsfrage gestellt hat, angenommen oder gestattet worden wäre, gemäß Artikel 99 des Sondergesetzes über den Verfassungsgerichtshof das Verfahren vor dem Gerichtshof beenden würde.

De verzoekende partijen voor de verwijzende rechter hebben echter niet vermeld dat zij voor de verwijzende rechter het verzoek tot afstand hebben ingediend dat, indien het werd aanvaard of toegelaten door het rechtscollege dat de prejudiciële vraag heeft gesteld, een einde zou maken aan de rechtspleging voor het Hof, overeenkomstig artikel 99 van de bijzondere wet op het Grondwettelijk Hof.


Die klagenden Parteien vor dem vorlegenden Rechtsprechungsorgan scheinen jedoch vor allem zu bemängeln, dass der fragliche Artikel ausschliesslich für den Erwerb von Grundstücken zum Zweck der Errichtung von anerkannten (Natur)Schutzgebieten, ungeachtet der raumordnerischen Zweckbestimmung der Immobilien, eine Bezuschussung vorsehe und nicht eine entsprechende Bezuschussung für den Erwerb von Grundstücken mit einer anderen Zweckbestimmung der Naturerhaltung, -verwaltung oder -entwicklung, was die raumordnerische Zweckbestimmung dieser Immobilien verhindere, unter Berücksichtigung der Einschränkungen, die sich aus einer Anerkennung als Na ...[+++]

De verzoekende partijen voor het verwijzende rechtscollege lijken het in het geding zijnde artikel evenwel vooral te verwijten dat het uitsluitend voorziet in de subsidiëring van de aankoop van gronden met het oog op de oprichting van erkende (natuur)reservaten, ongeacht de ruimtelijke bestemming van de onroerende goederen, en niet in een aangepaste subsidiëring voor de aankoop van gronden met een andere bestemming van natuurbehoud, -beheer of -ontwikkeling, wat de ruimtelijke bestemming van die onroerende goederen zou verhinderen, rekening houdend met de beperkingen die voortvloeien uit een erkenning als natuurreservaat, wat betreft de uitgeoefende rechten ...[+++]


Entsprechend der Auffassung des vorlegenden Rechtsprechungsorgans in der dritten präjudiziellen Frage sowie des Ministerrates kann Artikel 14 § 1 Nr. 1 des Gesetzes vom 26. Mai 2002 jedoch in dem Sinne ausgelegt werden, dass das Zusammenwohnen voraussetzt, dass die hauptsächlich gemeinsame Regelung der Haushaltsangelegenheiten es voraussetzt, dass das Zusammenwohnen dem Zulagenempfänger einen wirtschaftlich-finanziellen Vorteil bie ...[+++]

Zoals het verwijzende rechtscollege in de derde prejudiciële vraag, alsook de Ministerraad oordelen, kan artikel 14, § 1, 1°, van de wet van 26 mei 2002 evenwel in die zin worden geïnterpreteerd dat de samenwoning veronderstelt dat het hoofdzakelijk gemeenschappelijk regelen van de huishoudelijke aangelegenheden vereist dat het samenwonen de uitkeringsgerechtigde een economisch-financieel voordeel oplevert.


Unter Berücksichtigung des Sachverhalts vor dem vorlegenden Rechtsprechungsorgan und der Formulierung der präjudiziellen Frage begrenzt der Hof seine Prüfung auf die Frage, ob Artikel 1057 des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 23 der Verfassung und mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, verstösst, ohne jedoch über mögliche Formbedingungen zu u ...[+++]

Rekening houdend met de gegevens van de zaak voor het verwijzende rechtscollege en met de formulering van de prejudiciële vraag, beperkt het Hof zijn onderzoek tot de vraag of artikel 1057 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 23 van de Grondwet en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, schendt, zonder evenwel uitspraak te doen over mogelijke vormvoorwaarden die in artikel 792 en artikel 1675/16 van het Gerechtelijk Wetboek vervat zijn.


Da die ausreichend präzise und vollständige Feststellung der Verfassungswidrigkeit in dem dem Hof unterbreiteten Text enthalten ist in der Auslegung, dass die Ubergangsbestimmung von Artikel 42 § 2 Absatz 1 des Gesetzes vom 27. April 2007 nur auf Hauptklagen auf Ehescheidung aus einem bestimmten Grund, die vor dem 1. September 2007 eingereicht wurden (über die noch kein Endurteil ergangen ist) bezieht, jedoch nicht auf Widerklagen auf Ehescheidung aus einem bestimmten Grund, die nach diesem Datum eingereicht wurden, oblie ...[+++]

Nu de voldoende precieze en volledige vaststelling van de ongrondwettigheid zich bevindt in de aan het Hof voorgelegde tekst, in de interpretatie dat de overgangsbepaling van artikel 42, § 2, eerste lid, van de wet van 27 april 2007 enkel betrekking heeft op de hoofdvorderingen tot echtscheiding op grond van bepaalde feiten die zijn ingeleid vóór 1 september 2007 (waarover nog geen eindvonnis is geveld) maar niet op de tegenvorderingen tot echtscheiding op grond van bepaalde feiten ingesteld na die datum, komt het aan het verwijzende rechtscollege toe de ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

' vorlegenden rechtsprechungsorgan scheinen jedoch' ->

Date index: 2025-05-16
w