Das zweite Dekret vom 24. Juli 1996 werde insgesamt angefochten, da der Erlass der Flämischen Regierung vom 20. Juni 1996 nicht Gegenstand einer Klage vor dem Hof sein könne; sollte der Hof urteilen, dass die fachübergreifenden Endziele und Entwicklungszielsetzungen gegen Artikel 24 § 1 der Verfassung verstossen, müsste das angefochtene Dekret notwendigerweise insgesamt für nichtig erklärt werden.
Het tweede decreet van 24 juli 1996 wordt in zijn totaliteit bestreden, nu het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juni 1996 niet het voorwerp kan uitmaken van een beroep voor het Hof; mocht het Hof oordelen dat de vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen artikel 24, § 1, van de Grondwet schenden, zou het bestreden decreet noodzakelijkerwijze in zijn geheel moeten worden vernietigd.