In bezug auf die Ermächtigung der Regierung in Artikel 29 Nr. 5, « die Anerkennung der in den Artikeln 22 und 23 vorgesehenen Kooperationsabkommen durch die Regierung [zu bestimmen] », geht aus
den Vorarbeiten zu dieser Bestimmung h
ervor, dass sie das Ergebnis eines Anderungsantrags ist, der bezweckte, es der Regierung anzuvertrauen, « zu prüfen, ob die Inhalte dieser Abkommen den Vorsc
hriften des Dekrets entsprechen, und die Begründung der in Arti
kel 23 vor ...[+++]gesehenen Abweichungen zu beurteilen » (Parl. Dok.
Wat betreft de in artikel 29.5 aan de Regering verleende machtiging om « de erkenning, door de Regering, van de in artikelen 22 en 23 bedoelde samenwerkingsakkoorden », blijkt uit de parlementaire voorbereiding van die bepaling dat zij voortvloeit uit een amendement dat ertoe strekt aan de Regering de zorg toe te vertrouwen « te onderzoeken of de inhoud van die akkoorden in overeenstemming is met het voorschrift van het decreet en de motivering te beoordelen van de in artikel 23 bedoelde afwijkingen » (Parl. St.