Stellt ein Ratsmitglied die Ausübung seiner Funktion ein, insbesondere wenn es die Eigenschaft verliert, aus deren Grund es bestimmt wurde, bestimmt seine Delegation seinen Nachfolger bis zum Ende des Mandates.
Mocht één lid van de Raad ophouden zijn ambt uit te oefenen, meer bepaald wanneer hij de hoedanigheid verliest waarvoor hij aangewezen is, wijst de delegatie van leden waarvan het afkomstig is, zijn plaatsvervanger aan tot het vestrijken van het mandaat.