Dehu behauptet hingegen, dass der Hof indirekt über die Vereinbarkeit einer Gesetzesbestimmung befinden könne, wenn die Frage in bezug auf eine der Verfassungsbestimmungen gestellt werde, anhand deren er seine Prüfung vornehme.
Dehu betoogt daarentegen dat het Hof zich onrechtstreeks kan uitspreken over de bestaanbaarheid van een wetsbepaling indien de vraag wordt gesteld ten opzichte van een van de grondwetsbepalingen aan de hand waarvan het zijn toetsing uitvoert.