28. ist besorgt über die
Tatsache, dass zwei Definitionen für Preisstabilität verwendet werden, eine von der EZB im Rahmen ihrer Geldpolitik (Inflation unter, jedoch nahe bei 2%) und eine weitere in ihren Konvergenzberichten (niedrigstmögliche Inflation, eine Deflation ausgeschlossen); in der Erwägung, dass im Vertrag keine solche Differenzierung vorgenommen wird; ist der Auf
fassung, dass diese beiden Auslegungen des Begriffs der Preisstabilität, der im Vertrag spezifizier
t wird, irreführend ...[+++]sind und negative Auswirkungen auf den Markt und die Marktteilnehmer in sämtlichen Mitgliedstaaten haben können; 28. drukt zijn bezorgdheid uit over h
et feit dat er twee definities van prijsstabiliteit in gebruik zijn, namelijk die van de Europese Centrale Bank in haar monetaire beleidsvoering (inflatie onder, maar dicht bij de 2%), en die van de convergentieverslagen (de laagst mogelijke inflatie, met uitsluiting van deflatie), terwijl het verdrag dat onderscheid niet maakt; meent dat de twee interpretaties van het begrip prijsstabiliteit, dat in het Verdra
g vastgelegd wordt, misleidend zijn en negatieve uitwerkingen op de markt en de marktpar
...[+++]tijen in alle lidstaten kunnen hebben;