Vertaling van "definierte anwendungsgebiet ratione personae " (Duits → Nederlands) :

Die präjudiziellen Fragen beziehen sich auf Bestimmungen des Kapitels IIIbis « Sonderbestimmungen für die Flämische Region über die Wasserverschmutzungsabgaben » des Gesetzes vom 26. März 1971 über den Schutz des Oberflächenwassers gegen Verschmutzung, insbesondere auf das in Artikel 35bis § 3 definierte Anwendungsgebiet ratione personae und auf das in Artikel 35quinquiesdecies des o.a. Gesetzes definierte Beschwerde- und Berufungsverfahren.
De prejudiciële vragen hebben betrekking op bepalingen van hoofdstuk IIIbis « Bijzondere bepalingen voor het Vlaamse Gewest inzake heffingen op de waterverontreiniging » van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, inzonderheid op het toepassingsgebied ratione personae, vervat in artikel 35bis, § 3, en op de bezwaar- en beroepsprocedure, vervat in artikel 35quinquiesdecies.

Während die präjudizielle Frage sich auf den Anwendungsbereich ratione personae des Gesetzes vom 4. August 1996 bezieht, ist festzustellen, dass Artikel 4 § 1 Absatz 2 Nr. 7 nicht den Anwendungsbereich ratione personae des Gesetzes vom 4. August 1996 festlegt, sondern den Anwendungsbereich ratione materiae durch eine Aufzählung der verschiedenen Aspekte, die der Begriff « Wohlbefinden » der Arbeitnehmer beinhaltet, definiert.
Terwijl de prejudiciële vraag het toepassingsgebied ratione personae van de wet van 4 augustus 1996 betreft, dient te worden vastgesteld dat artikel 4, § 1, tweede lid, 7°, niet het toepassingsgebied ratione personae van de wet van 4 augustus 1996 definieert, maar wel het toepassingsgebied ratione materiae, door de verschillende aspecten op te sommen die door het begrip « welzijn » van de werknemers zijn gedekt.

Aus den Vorarbeiten zum Gesetz über das Existenzminimum geht hervor, dass die Frage des Anwendungsgebiets ratione personae des Gesetzes verschiedene Male an der Tagesordnung war, wobei wiederholt für eine Ausdehnung dieses Gesetzes auf Personen mit ausländischer Staatsangehörigkeit plädiert wurde (Parl. Dok. , Senat, Sondersitzungsperiode, 1974, Nr. 247/2, S. 15, SS. 22 ff., S. 68).
Uit de parlementaire voorbereiding van de wet op het bestaansminimum blijkt dat de kwestie van het personele toepassingsgebied van de wet verschillende malen aan de orde is geweest, waarbij herhaaldelijk werd gepleit voor een uitbreiding ervan tot personen van vreemde nationaliteit (Parl. St ., Senaat, B.Z., 1974, nr. 247/2, p. 15, pp. 22 e.v., p. 68).