Vertaling van "debatte sind sowohl " (Duits → Nederlands) :

Der für die EU-Umweltpolitik entscheidende Kontext hat sich im Verlauf der letzten zwei Jahre erheblich verändert. Ursache dafür sind sowohl Beschlüsse, die die Umwelt direkt betreffen, wie die Annahme der gemeinschaftlichen und einzelstaatlichen Strategien für eine nachhaltige Entwicklung, die Verabschiedung des 6. Umweltaktionsprogramms, der Weltgipfel für nachhaltige Entwicklung in Johannesburg, als auch Veränderungen auf dem Weg zu einem breiteren politischen Rahmen, wie die Erweiterung der Europäischen Union um zehn neue Mitgliedstaaten im Jahr 2004, die Debatte über die Zukunft Europas, der derzeitige ökonomische Abschwung und die erhöhten Sicherheitsprobleme.
De laatste twee jaar is de context van het EU-milieubeleid aanzienlijk veranderd, zowel door beslissingen die direct van invloed zijn op het milieu - de aanneming van strategieën voor duurzame ontwikkeling op nationaal niveau en op het niveau van de EU, de start van het 6e Milieu actieprogramma (MAP) en de Wereldtop over duurzame ontwikkeling in Johannesburg - als door wijzigingen op bredere beleidsterreinen - de vergroting van de Unie met tien lidstaten in 2004, het debat over de toekomst van Europa, de huidige economische neergang en toenemende bezorgdheid over de veiligheid.

In dieser Debatte sind sowohl verfahrensrechtliche als auch inhaltliche Probleme offenkundig geworden.
Dit is een debat waarin problemen over zowel de procedure als de inhoud naar voren komen.

Bei der Durchführung von Verhandlungen sind sowohl demokratische und transparente Verfahren als auch eine öffentliche Debatte erforderlich, und das ist etwas, was von uns als positiv erachtet wird.
Wij onderschrijven dat tijdens het verloop van de onderhandelingen democratische en transparante procedures moeten gelden en dat de inhoud van de onderhandelingen publiekelijk besproken moet worden.

7. betont, dass Dienstleitungskonzessionen vom Geltungsbereich der europäischen Beschaffungsregeln ausgenommen sind; betont, dass sowohl die Komplexität der Verfahren als auch die Unterschiede in Rechtskultur und Rechtspraxis in den Mitgliedstaaten bei Dienstleistungskonzessionen angemessen berücksichtigt werden müssen; ist der Auffassung, dass sich die Debatte über die Bestimmung des Begriffs „Dienstleistungskonzessionen“ und die Schaffung eines Rechtsrahmens für solche Konzessionen im Anschluss an die 2004 erfolgte Annahme der Richtlinien über das öffentliche Beschaffungswesen und die ergänzende Rechtsprechung des EuGH weiterentwickelt hat; erklärt mit Nachdruck, dass ein Vorschlag für einen Rechtsakt über Dienstleistungskonzessionen nur dann gerechtfertigt wäre, wenn durch ihn etwaige Verzerrungen beim Funktionieren des Binnenmarkts abgestellt würden; weist darauf hin, dass derartige Verzerrungen bisher noch nicht festgestellt worden sind, und dass ein Rechtsakt über Dienstleistungskonzessionen deshalb nicht notwendig ist, solange er nicht eine sichtbare Verbesserung des Funktionierens des Binnenmarktes bezweckt;
7. onderstreept dat concessieovereenkomsten voor diensten niet vallen onder het toepassingsgebied van de Europese regels voor overheidsopdrachten; wijst er eens te meer op dat recht moet worden gedaan aan zowel de complexiteit van de procedures als aan de verschillen tussen de lidstaten in termen van rechtscultuur en rechtspraktijk ten aanzien van concessieovereenkomsten voor diensten; is van oordeel dat de definitie van het begrip „concessieovereenkomst voor diensten” en de formulering van het juridische kader dat van toepassing is op deze overeenkomsten, zich verder hebben uitgekristalliseerd na de aanneming van de richtlijnen betreffende overheidsopdrachten in 2004 en in aansluiting op de desbetreffende jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie; wijst erop dat indiening van voorstellen voor een rechtshandeling inzake concessieovereenkomsten alleen gerechtvaardigd is om eventuele verstoringen van de interne markt tegen te gaan; onderstreept dat er tot dusver nog geen verstoringen van die aard zijn geconstateerd en dat vaststelling van een rechtshandeling inzake concessieovereenkomsten derhalve niet nodig is, zolang deze niet gepaard gaat met een duidelijke verbetering van het functioneren van de interne markt;

7. betont, dass Dienstleitungskonzessionen vom Geltungsbereich der europäischen Beschaffungsregeln ausgenommen sind; betont, dass sowohl die Komplexität der Verfahren als auch die Unterschiede in Rechtskultur und Rechtspraxis in den Mitgliedstaaten bei Dienstleistungskonzessionen angemessen berücksichtigt werden müssen; ist der Auffassung, dass sich die Debatte über die Bestimmung des Begriffs „Dienstleistungskonzessionen“ und die Schaffung eines Rechtsrahmens für solche Konzessionen im Anschluss an die 2004 erfolgte Annahme der Richtlinien über das öffentliche Beschaffungswesen und die ergänzende Rechtsprechung des EuGH weiterentwickelt hat; erklärt mit Nachdruck, dass ein Vorschlag für einen Rechtsakt über Dienstleistungskonzessionen nur dann gerechtfertigt wäre, wenn durch ihn etwaige Verzerrungen beim Funktionieren des Binnenmarkts abgestellt würden; weist darauf hin, dass derartige Verzerrungen bisher noch nicht festgestellt worden sind, und dass ein Rechtsakt über Dienstleistungskonzessionen deshalb nicht notwendig ist, solange er nicht eine sichtbare Verbesserung des Funktionierens des Binnenmarktes bezweckt;
7. onderstreept dat concessieovereenkomsten voor diensten niet vallen onder het toepassingsgebied van de Europese regels voor overheidsopdrachten; wijst er eens te meer op dat recht moet worden gedaan aan zowel de complexiteit van de procedures als aan de verschillen tussen de lidstaten in termen van rechtscultuur en rechtspraktijk ten aanzien van concessieovereenkomsten voor diensten; is van oordeel dat de definitie van het begrip "concessieovereenkomst voor diensten" en de formulering van het juridische kader dat van toepassing is op deze overeenkomsten, zich verder hebben uitgekristalliseerd na de aanneming van de richtlijnen betreffende overheidsopdrachten in 2004 en in aansluiting op de desbetreffende jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie; wijst erop dat indiening van voorstellen voor een rechtshandeling inzake concessieovereenkomsten alleen gerechtvaardigd is om eventuele verstoringen van de interne markt tegen te gaan; onderstreept dat er tot dusver nog geen verstoringen van die aard zijn geconstateerd en dat vaststelling van een rechtshandeling inzake concessieovereenkomsten derhalve niet nodig is, zolang deze niet gepaard gaat met een duidelijke verbetering van het functioneren van de interne markt;

Den Ergebnissen der von der Europäischen Kommission durchgeführten öffentlichen Konsultation (14. September – 15. November 2007) zufolge sind mehr als 96 % der Befragten der Ansicht, „dass die europäischen Politiker der Sprachenvielfalt besondere Aufmerksamkeit widmen müssen und dass Sprachkenntnisse sowohl für ihren Alltag als auch für ihr Berufsleben von Bedeutung sind“ (Link: [http ...]
Volgens de openbare raadpleging van de Europese Commissie over meertaligheid (14 september – 15 november 2007) is meer dan 96% van de respondenten het ermee eens dat de taaldiversiteit van de EU bijzondere aandacht van Europese politici vergt, en dat talenkennis zowel in hun dagelijkse leven als in hun beroepsleven van belang is (link: [http ...]

Die als Anknüpfung an „Plan D“ konzipierte und vor kurzem verabschiedete Mitteilung „Debate Europe“ legt den Schwerpunkt darauf, dass sich die Bürger die Politikfelder der EU-Politiken zu eigen machen sollen und die EU-Organe ihnen gegenüber rechenschaftspflichtig sind. Es soll eine umfassende und kontinuierliche Debatte über die Zukunft der Europäischen Union zwischen den EU-Organen und den Menschen sowohl auf nationaler als auch auf EU-Ebene angeregt werden, und in einem weiteren Punkt wird darauf abgezielt, dass die Bürgerinnen und Bürger durch die Bereitstellung entsprechender Hintergrundinformationen in die Lage versetzt werden, eine sachlich fundierte Debatte über EU-Angelegenheiten zu führen.
De onlangs goedgekeurde mededeling over “Debate Europe” , het vervolg op plan D, is erop gericht dat burgers greep krijgen op het EU-beleid en dat de EU hun verantwoording moet afleggen, dat er tussen de EU-instellingen en burgers zowel op nationaal als op EU-niveau een breed en permanent debat wordt aangewakkerd over de toekomst van de Europese Unie, en dat burgers mondiger worden gemaakt door hun toegang tot informatie te geven, zodat zij met kennis van zaken over EU-aangelegenheden kunnen debatteren.