Vertaling van "daß geldfälschung mindestens " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Probe mit mindestens einer Flaeche im Walzzustand | Probe mit mindestens einer Walzhaut | Probe mit mindestens einer Walzoberflaeche
proefstaaf met ten minste één walshuid | proefstaaf met ten minste één walsoppervlak

Falschmünzerei [ Euro-Fälschung | Falschgeld | Fälschung von Zahlungsmitteln | Geldfälscherei | Herstellung und Verbreitung von Falschgeld | Münzfälschung | Verbrechen der Geldfälschung ]
valsemunterij [ eurovalsemunterij | eurovervalsing | vals geld ]

Aktionsprogramm in den Bereichen Austausch, Unterstützung und Ausbildung zum Schutz des Euro gegen Geldfälschung | Programm Pericles
actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij | Pericles | programma Pericles

Bekämpfung von Geldfälschung
bestrijding van valsemunterij

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Laut der Europäischen Zentralbank ist der Wirtschaft der Europäischen Union seit der Einführung des Euro 2002 durch Geldfälschung ein finanzieller Schaden von mindestens 500 Millionen EUR entstanden.
Volgens de Europese Centrale Bank heeft valsemunterij sinds de invoering van de euro in 2002 geleid tot een financiële schade van ten minste 500 miljoen EUR voor de economie van de Europese Unie.

5. Es sollten geeignete Maßnahmen getroffen werden, um sicherzustellen, daß Geldfälschung, mindestens Fälschung des Euro, zumindest in allen Mitgliedstaaten, die den Euro eingeführt haben, unabhängig von der Staatsangehörigkeit des Täters und vom Tatort verfolgt werden können.
5. Er dient door middel van passende maatregelen voor te worden gezorgd dat valsemunterij, met inbegrip van valsemunterij met de euro, ten minste in alle lidstaten die de euro hebben ingevoerd, kan worden vervolgd, ongeacht de nationaliteit van de dader en de plaats van het delict.

Die Mitgliedstaaten sollten zumindest in den Fällen der Artikel 3 bis 5 Auslieferungen in Übereinstimmung gemäß Artikel 2 des Europäischen Auslieferungsübereinkommens von 1957 [35] vornehmen können und Sanktionen von im Hoechstmaß mindestens 8 Jahren im Falle des Straftatbestands der Geldfälschung nach Artikel 3 Absatz 1 a) vorsehen.
Zij moeten ten minste in het geval van de artikelen 3 tot 5 tot uitlevering in staat zijn overeenkomstig artikel 2 van het Europese Uitleveringsverdrag van 1957 [35] en voorzien in een gevangenisstraf met een maximum van niet minder dan acht jaar voor namaak als bedoeld in artikel 3, lid 1, sub a).

1. nicht, selbst nicht mit Strafaufschub, verurteilt worden sein zu einer Haftstrafe von mindestens sechs Monaten aufgrund irgendeiner Straftat oder zu einer geringeren Besserungsstrafe wegen Hausfriedensbruchs, Verletzung des Briefgeheimnisses, Körperverletzung, Diebstahl, Erpressung, Vertrauensmissbrauch, Betrug, Urkundenfälschung, Sittlichkeitsverbrechen, Vergewaltigung, Verstoss gegen das Waffengesetz und das Betäubungsmittelgesetz, wegen Straftaten im Sinne der Artikel 379 bis 386ter des Strafgesetzbuches, Beamtenbestechung, Verwendung falscher Namen, Hehlerei, Ausstellung ungedeckter Schecks, Meineid, Geldfälschung, wegen Übertretung der Artikel 259bis und 314bis des Strafgesetzbuches, wegen Übertretung von Artikel 111 des Gesetzes vom 21. März 1991 zur Umstrukturierung bestimmter öffentlicher Wirtschaftsunternehmen, wegen Übertretung des Gesetzes vom 8. Dezember 1992 über den Schutz des Privatlebens hinsichtlich der Verarbeitung personenbezogener Daten, wegen Übertretungen von Artikel 227 des Strafgesetzbuches.
1° niet veroordeeld zijn, zelfs niet met uitstel, tot een gevangenisstraf van ten minste zes maanden wegens enig misdrijf, of tot een lagere correctionele straf wegens huisvredebreuk, schending van het briefgeheim, opzettelijk toebrengen van slagen of verwondingen, diefstal, afpersing, misbruik van vertrouwen, oplichting, valsheid in geschrifte, aanranding van de eerbaarheid, verkrachting, inbreuk op de wapenwetgeving en de wetgeving op de verdovende middelen, misdrijven bepaald bij artikel 379 tot 386ter van het Strafwetboek, omkoping van ambtenaren, gebruikmaking van valse namen, heling, uitgifte van ongedekte cheques, meineed, valsmunterij, overtreding van de artikelen 259bis en 314bis van het Strafwetboek, overtreding van artikel 111 van de wet van 21 maart 1991 houdende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, overtreding van de wet van 8 december 1992 betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, overtredingen van artikel 227 van het Strafwetboek.