Sofern in diesem Fall von einem anderen Berechtigten die Rede sein kann, der Anspruch auf die Familienbeihilfen erheben kann, wird das Recht vorrangig auf Seiten jenes Berechtigten festgelegt, der das Kind erzieht (Artikel 64 § 2 Buchstabe a) Nr. 1 der koordinierten Gesetze über die Familienbeihilfen für Lohnempfänger).
Voor zover er, in dat geval, sprake zou zijn van een andere rechthebbende die aanspraak kan maken op de kinderbijslag wordt het recht bij voorrang vastgesteld ten aanzien van de rechthebbende die het kind opvoedt (artikel 64, § 2, a), 1°, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders).