Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «dass wir gegen sie gearbeitet » (Allemand → Néerlandais) :

Sie haben berechtigterweise gesagt, dass wir nicht das Recht dazu hatten und dass es Entscheide des Staatsrates gegeben hat, die zu Ihren Gunsten ausfielen, als eine Gemeinde - erstaunlicherweise ist es, glaube ich, die Gemeinde Huy - das Haushaltsrundschreiben angefochten hat.

U hebt gezegd dat wij terecht daartoe geen recht hebben en er zijn voor de Raad van State arresten geweest die in uw voordeel hebben gepleit wanneer een gemeente - ik geloof dat het, vreemd genoeg, de gemeente Hoei is - de omzendbrief over de begroting had aangevochten.


Dieser Abänderungsantrag wurde wie folgt begründet: « Der Staatsrat führt an, dass die Verpflichtung zur Kostenübernahme nicht geeignet sei, die Stabilität und Dauerhaftigkeit der Beziehung beweisen zu können. Es trifft zu, dass wir die Absicht hatten, diese Kostenübernahme in das Ausländergesetz einzufügen als Kontrollinstrument im Falle der Familienzusammenführung für Personen, die durch eine gesetzlich registrierte Partnerschaft ...[+++]

Dat amendement werd als volgt verantwoord : « De Raad van State geeft aan dat met een verbintenis tot tenlasteneming het duurzame en stabiele karakter van de partnerrelatie niet zou kunnen worden geattesteerd. Het klopt dat de indieners deze tenlasteneming in de vreemdelingenwet wilden invoegen als controle-instrument wanneer het een aanvraag tot gezinshereniging betrof voor mensen met een wettelijk geregistreerd partnerschap. Na diverse maatregelen tegen de schijn ...[+++]


II. Verstößt Artikel 20 Absatz 2 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er bestimmt, dass die Strafverfolgung weiterhin ausgeübt werden kann gegen eine juristische Person, die die Rechtspersönlichkeit verloren hat auf eine der in Artikel 20 Absatz 1 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches bestimmten Weisen, und zwar ...[+++]

II. Schendt artikel 20, tweede lid van de Voorafgaande Titel van het wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door te bepalen dat de strafvordering toch nog verder kan worden uitgeoefend tegenover een rechtspersoon die zijn rechtspersoonlijkheid heeft verloren op één van de wijzen bepaald in artikel 20, eerste lid van de Voorafgaande Titel van het wetboek van strafvordering, én dit zonder dat bewijs moet worden geleverd dat dit verlies van de rechtspersoonlijkheid tot doel heeft om te ontsnappen aan de vervolging, wanneer dit verlies van rechtspersoonlijkheid zich pas voordoet nadat de rechtspersoon overeenkomsti ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Bu ...[+++]


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Entscheid vom 30. Mai 2016 in Sachen der Architektenkammer gegen die « DBFM Scholen van Morgen » AG, dessen Ausfertigung am 8. Juni 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 2 des Gesetzes vom 26. Juni 1963 zur Einsetzung einer Architektenkammer gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, dahin ausgelegt, ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 30 mei 2016 in zake de Orde van architecten tegen de nv « DBFM Scholen van Morgen », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 juni 2016, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2 van de wet van 26 juni 1963 tot instelling van de Orde van architecten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat deze bepaling ...[+++]


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In zwei Urteilen vom 24. Februar 2016 in Sachen M.A. und K. N'G. gegen den Standesbeamten der Stadt Namur beziehungsweise L.V.D. und K.D. gegen den Standesbeamten der Gemeinde Sambreville, deren Ausfertigungen am 7. März 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen sind, hat Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfragen gestellt: « Verstoßen die Artikel 63, 165 und 167 des Zivilgesetzbuches, an sich oder in V ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee vonnissen van 24 februari 2016 in zake respectievelijk M.A. en K. N'G. tegen de ambtenaar van de burgerlijke stand van de stad Namen en L.V.D. en K.D. tegen de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Sambreville, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 7 maart 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « Schenden de artikelen 63, 165 en 167 van het B ...[+++]


- Dieselbe Bestimmung verstösst nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, wenn sie dahingehend ausgelegt wird, dass sie es dem Richter ermöglicht, die Ubergabe einer Person, die die belgische Staatsangehörigkeit besitzt oder sich in Belgien aufhält und auf die sich ein Europäischer Haftbefehl bezieht, der zur Vollstreckung einer Strafe ausgestellt wurde, die in Abwesenheit verhängt ...[+++]

- Dezelfde bepaling schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet indien zij in die zin wordt geïnterpreteerd dat zij het de rechter mogelijk maakt de overlevering van een persoon, van Belgische nationaliteit of die in België verblijft, op wie een Europees aanhoudingsbevel met het oog op de tenuitvoerlegging van een straf die bij verstek is uitgesproken, zonder dat die persoon in kennis is gesteld van de datum en de plaats van de terechtzitting die aan de veroordeling is voorafgegaan, waar ...[+++]


« Verstösst Artikel 8 des Gesetzes vom 19. Dezember 2003 über den Europäischen Haftbefehl, dahingehend ausgelegt, dass er nur Anwendung findet auf den Europäischen Haftbefehl, der zum Zwecke der Strafverfolgung ausgestellt wurde, im Gegensatz zu demjenigen, der zur Vollstreckung einer Freiheitsstrafe oder einer freiheitsentziehenden Sicherungsmassnahme ausgestellt wurde, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er verhindern würde, dass die an die ausstellende Justizbehörde erfolgende Ubergabe einer Person belgischer Staatsan ...[+++]

« Schendt artikel 8 van de wet van 19 december 2003 betreffende het Europees aanhoudingsbevel, in die zin geïnterpreteerd dat het enkel van toepassing is op het Europees aanhoudingsbevel uitgevaardigd met het oog op de instelling van vervolging in tegenstelling tot het aanhoudingsbevel uitgevaardigd met het oog op de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende straf of veiligheidsmaatregel, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het zou verhinderen dat de overlevering aan de uitvaardigende rechterlijke autoriteit van een persoon van Belgische nationaliteit of van een persoon die in België ...[+++]


« Verstösst Artikel 8 des Gesetzes vom 19. Dezember 2003 über den Europäischen Haftbefehl, dahingehend ausgelegt, dass er nur Anwendung findet auf den Europäischen Haftbefehl, der zum Zwecke der Strafverfolgung ausgestellt wurde, im Gegensatz zu demjenigen, der zur Vollstreckung einer Freiheitsstrafe oder einer freiheitsentziehenden Sicherungsmassnahme ausgestellt wurde, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er verhindern würde, dass die an die ausstellende Justizbehörde erfolgende Ubergabe einer Person belgischer Staatsan ...[+++]

« Schendt artikel 8 van de wet van 19 december 2003 betreffende het Europees aanhoudingsbevel, in die zin geïnterpreteerd dat het enkel van toepassing is op het Europees aanhoudingsbevel uitgevaardigd met het oog op de instelling van vervolging in tegenstelling tot het aanhoudingsbevel uitgevaardigd met het oog op de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende straf of veiligheidsmaatregel, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het zou verhinderen dat de overlevering aan de uitvaardigende rechterlijke autoriteit van een persoon van Belgische nationaliteit of van een persoon die in België ...[+++]


In ihrem ersten Klagegrund bemängeln die klagenden Parteien, dass die von ihnen angefochtenen Bestimmungen den Anwendungsbereich des Gesetzes vom 11. Januar 1993 zur Verhinderung der Nutzung des Finanzsystems zum Zwecke der Geldwäsche und der Terrorismusfinanzierung auf Rechtsanwälte ausdehnen würden. Einerseits sind sie der Auffassung, dass der Gesetzgeber dadurch, dass er die Rechtsanwälte ins Auge gefasst habe, die Grundsätze ihres Berufsgeheimnisses und ihrer Unabhängigkeit auf ungerechtfertigte Weise verletzt habe, so dass er gegen ...[+++]

In hun eerste middel klagen de verzoekende partijen aan dat de door hen bestreden bepalingen het toepassingsgebied van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme uitbreiden tot de advocaten : enerzijds, zijn zij van mening dat de wetgever, door de advocaten te beogen, op onverantwoorde wijze afbreuk heeft gedaan aan de beginselen van het beroepsgeheim en van hun onafhankelijkheid, waardoor de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met de ...[+++]


w