I. in der Erwägung, dass Vergewaltigung und sexuelle Versklavung, wenn sie ein Teil weitverbreiteter und systematischer Praktiken sind, nach der Genfer Konvention als Verbrechen gegen die Menschlichkeit und als Kriegsverbrechen gelten, und dass Vergewaltigung mittlerweile auch als eine Ausprägung von Völkermord angesehen wird, wenn damit eine bestimmte Gruppe ganz oder teilweise vernichtet werden soll, sowie in der Erwägung, dass die EU Maßnahmen unterstützen sollte, mit denen der Straflosigkeit der für sexuelle Gewalt gegen Frauen und Kinder Verantwortlichen ein Ende gemacht werden soll,
I. overwegende dat verkrachting en seksuele slavernij, als zij deel vormen van een omvangrijke en stelselmatige methodische aanpak, overeenkomstig de Conventie van Genève worden erkend als misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden; overwegende dat verkrachting thans eveneens wordt erkend als element van volkerenmoord, als deze plaatsvindt met de bedoeling een doelgroep geheel of gedeeltelijk te vernietigen; overwegende dat de EU initiatieven tot beëindiging van de straffeloosheid van seksueel geweld tegen vrouwen en kinderen moet steunen,