Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «dass sie geeignete verfahren » (Allemand → Néerlandais) :

Die klagenden Parteien in den Rechtssachen Nrn. 6146, 6162 und 6163 legen dar, dass sie an Verfahren beteiligt seien, die bei den Gerichtshöfen und Gerichten gegen juristische Personen des öffentlichen Rechts anhängig seien.

De verzoekende partijen in de zaken nrs. 6146, 6162 en 6163 maken aannemelijk dat zij betrokken zijn in hangende procedures bij de hoven en rechtbanken tegen publiekrechtelijke rechtspersonen.


Ohne dass geprüft werden muss, ob die Bedingung, bereit zu sein, Niederländisch zu lernen, eine Maßnahme darstellt, die die Ausübung der Freizügigkeit einschränkt, genügt im vorliegenden Fall die Feststellung, dass die angefochtenen Bestimmungen auf alle Mieter und Mietbewerber einer Sozialwohnung anwendbar sind, ungeachtet ihrer Staatsangehörigkeit, dass sie aus den in B.25.1 bis B.29.4 dargelegten Gründen einem Ziel dienen, das als gemeinnützig angesehen werden kann, dass sie geeignet sind, des ...[+++]

Zonder dat het noodzakelijk is te onderzoeken of de voorwaarde met betrekking tot de bereidheid om Nederlands te leren een maatregel is die de uitoefening van de vrijheid van verkeer beperkt, volstaat het te dezen vast te stellen dat de bestreden bepalingen gelden voor alle huurders en kandidaat-huurders van een sociale woning - ongeacht hun nationaliteit -, dat zij, om de redenen aangegeven in B.25.1 tot B.29.4, een doel nastreven dat kan worden beschouwd als een doel van algemeen belang, dat zij aangepast zijn om de verwezenlijking van dat doel te waarborgen en dat zij, rekening houdend met de in B.29.5 aangegeven interpretatie die era ...[+++]


». b. In seinem Urteil vom 6. Oktober 2015 in Sachen der « Kuehne + Nagel » AG und anderer, dessen Ausfertigung am 12. November 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Lüttich, Abteilung Lüttich, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt : « Verstößt Artikel 162bis des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er vorsieht, dass der freigesprochene Angeklagte und der für ihn zivilrechtlich Haftende Anrecht auf eine Verfahren ...[+++]

». b. Bij vonnis van 6 oktober 2015 in zake de nv « Kuehne + Nagel » en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 november 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag gesteld: « Schendt artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het bepaalt dat de vrijgesproken beklaagde en de persoon die burgerrechtelijk aansprakelijk is voor hem, recht hebben op een rechtsplegingsvergoeding ten laste van de burgerlijke partij die hen rechtstreeks heeft gedagvaard, maar uitsluit dat de in het geding vrijgesproken beklaagde en de persoon die burgerrechtelijk aansprakelijk is voor hem, recht hebben op een rechtsplegingsve ...[+++]


(4) Die Mitgliedstaaten können von Arbeitgebern, die Tätigkeiten ausüben, welche im Hinblick auf Finanzdienstleistungen reguliert sind, verlangen, dass sie geeignete Verfahren einrichten, damit ihre Mitarbeiter tatsächliche oder mögliche Verstöße intern über einen spezifischen, unabhängigen und autonomen Kanal melden können.

4. De lidstaten kunnen van werkgevers die zich bezighouden met vanuit het oogpunt van financiële diensten gereglementeerde activiteiten verlangen passende procedures in te stellen die hun werknemers in staat stellen daadwerkelijke of potentiële inbreuken intern via een specifiek, onafhankelijk en autonoom kanaal te melden.


Verstoßen die Artikel 2 Buchstaben c) bis e), 35 § 2, 49 und 57 des Gesetzes vom 31. Januar 2009 über die Kontinuität der Unternehmen, in der auf den vorliegenden Fall anwendbaren Fassung, das heißt vor der Annahme der Abänderung durch das Gesetz vom 27. Mai 2013, durch das ein Artikel 49/1 Absatz 4 eingeführt wurde, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung und führen sie eine Diskriminierung ein, indem die aufgeschobene Schuldforderung eines Arbeitnehmers, der vor dem Urteil zur Eröffnung des Verfahrens der gerichtlichen Reorgani ...[+++]

Schenden de artikelen 2, c) tot e), 35, § 2, 49 en 57 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, in de versie ervan die op het onderhavige geval van toepassing is, namelijk vóór de aanneming van de wijziging ingevoerd bij de wet van 27 mei 2013 die een artikel 49/1, vierde lid, invoert, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en voeren zij een discriminatie in doordat de schuldvordering in de opschorting van een werknemer die wordt ontslagen vóór het vonnis dat de procedure van gerechtelijke reorganisatie opent, kan worden verminderd of onderworpen aan betalingstermijnen zoals eender welke andere schul ...[+++]


Moerman, E. Derycke und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfragen und Verfahren In zwei Entscheiden vom 17. Dezember 2014 in Sachen der « Les Sittelles » AG gegen den belgischen Staat - FÖD Finanzen -, deren Ausfertigungen am 7. Januar 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen sind, hat der Appellationshof Lüttich folgende Vorabentscheidungsfragen gestellt: 1. Im ersten Entsche ...[+++]

Moerman, E. Derycke en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij twee arresten van 17 december 2014 in zake de nv « Les Sittelles » tegen de Belgische Staat, FOD Financiën, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 7 januari 2015, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. In het eerste arrest : « Schendt artikel 75, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de bepalingen van de artikelen 10, 11 en 172 van de ...[+++]


Snappe, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 16. September 2013 in Sachen der Staatsanwaltschaft gegen Christophe Briand, dessen Ausfertigung am 30. Oktober 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Polizeigericht Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 62 ...[+++]

Snappe, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 16 september 2013 in zake het openbaar ministerie tegen Christophe Briand, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 oktober 2015, heeft de Politierechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 62, § 8 [lees : achtste lid], van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, in zoverre het bepaalt dat ...[+++]


3. a) Sind die Artikel 3 Absatz 9 und 9 Absätze 2, 3 und 4 des Ubereinkommens von Aarhus und Artikel 10a der Richtlinie 85/337/EWG in dem Sinne auszulegen, dass sie einem Verfahren wie demjenigen, das durch die Artikel 1 bis 4 desselben Dekrets eingeführt wird und aufgrund dessen der Dekretgeber Städtebau- und Umweltgenehmigungen erteilt, die durch eine Verwaltungsbehörde vorbereitet wurden und gegen die nur die in B.6 und B.7 erwähnten Klagen bei dem Verfassungsgerichtshof und den ordentlichen Gerichten möglich sind, im Wege stehen?

3. a) Dienen de artikelen 3, lid 9, en 9, leden 2, 3 en 4, van het Verdrag van Aarhus en artikel 10bis van de richtlijn 85/337/EEG zo te worden geïnterpreteerd dat ze zich verzetten tegen een procedure, zoals die welke is ingevoerd in de artikelen 1 tot 4 van hetzelfde decreet, krachtens welke de decreetgever stedenbouwkundige vergunningen en milieuvergunningen uitreikt die door een administratieve overheid zijn voorbereid en die enkel het voorwerp kunnen uitmaken van de in B.6 en B.7 bedoelde beroepen voor het Grondwettelijk Hof en de rechtscolleges van de rechterlijke orde ?


4. a) Sind Artikel 6 Absatz 9 des Ubereinkommens von Aarhus und Artikel 9 Absatz 1 der Richtlinie 85/337/EWG in dem Sinne auszulegen, dass sie einem Verfahren wie demjenigen, das durch die Artikel 1 bis 4 desselben Dekrets eingeführt wird und aufgrund dessen ein Dekret, mit dem Städtebau- und Umweltgenehmigungen erteilt werden, nicht selbst alle Angaben enthalten muss, anhand deren kontrolliert werden kann, ob diese Genehmigungen auf einer angemessenen Vorprüfung beruhen, die gemäss den Erfordernissen des Ubereinkommens von Aarhus und der Richtlinie 85/337/EWG durchgeführt wurde, im Wege stehen?

4. a) Dienen artikel 6, lid 9, van het Verdrag van Aarhus en artikel 9, lid 1, van de richtlijn 85/337/EEG zo te worden geïnterpreteerd dat ze zich verzetten tegen een procedure, zoals die welke is ingevoerd in de artikelen 1 tot 4 van hetzelfde decreet, krachtens welke een decreet dat stedenbouwkundige vergunningen of milieuvergunningen verleent, niet zelf alle elementen dient te bevatten aan de hand waarvan kan worden gecontroleerd of die vergunningen gebaseerd zijn op een adequaat voorafgaand onderzoek, uitgevoerd overeenkomstig de ...[+++]


1. Ist die Definition der « Pläne und Programme » in Artikel 2 Buchstabe a) der Richtlinie 2001/42/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 27. Juni 2001 « über die Prüfung der Umweltauswirkungen bestimmter Pläne und Programme » dahingehend auszulegen, dass sie ein Verfahren auf völlige oder teilweise Aufhebung eines Plans wie im Falle eines besonderen Bodennutzungsplans im Sinne der Artikel 58 bis 63 des Brüsseler Raumordnungsgesetzbuches vom Anwendungsbereich dieser Richtlinie ausschliesst?

1. Dient de definitie van de « plannen en programma's » van artikel 2, onder a), van richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 « betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's » in die zin te worden geïnterpreteerd dat zij een procedure voor de volledige of gedeeltelijke opheffing van een plan, zoals de procedure voor de volledige of gedeeltelijke opheffing van een bijzonder bestemmingsplan geregeld bij de artikelen 58 tot 63 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, uitsluit van het toepassingsgebied van die richtlijn ?




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'dass sie geeignete verfahren' ->

Date index: 2023-06-08
w