12. benadrukt dat uit het oogpunt van moderniseringsinspanningen en het economisch prestatievermogen die lidstaten
het meest succesvol zijn die toekomstgerichte en goed uitgebalanceerde structurele hervormingen koppelen aan
bovengemiddeld hoge investeringen in vervoer, informatietechnologie, onderzoek en ontwikkeling (OO), en innovatie, onderwijs, levenslang leren en zorgvoorzieningen, en de vernieuwing van soliede social
e netwerken; stelt vast dat deze ...[+++]lidstaten meestal beschikken over uitermate efficiënte en transparante bestuurlijke organen, een vernieuwend ondernemingsklimaat, begrotingsoverschotten, lager dan gemiddelde schulden en een hoge kwaliteit van de openbare uitgaven, en tegelijkertijd over een bijna twee keer zo hoog aandeel van de technische ontwikkeling in het nationale groeipercentage dan het EU-gemiddelde; komt tot de slotsom dat het beleid van deze lidstaten in het kader waarvan wordt gestreefd naar een hoog werkgelegenheidcijfer, o.m. werkgelegenheid voor vrouwen en oudere werknemers, de Europese Unie in staat zal stellen met meer vertouwen huidige en toekomstige problemen tegemoet te zien zoals de vergrijzing en toename van de mededinging ten gevolge van de globalisering;