Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «dass auch falsch deklarierte erwerbstätigkeit » (Allemand → Néerlandais) :

Die Plattform, die durch diesen Beschluss errichtet wird (im Folgenden „Plattform“), sollte die verschiedenen Erscheinungsformen nicht angemeldeter Erwerbstätigkeit und die mit nicht angemeldeter Erwerbstätigkeit in Verbindung stehende falsch deklarierte Erwerbstätigkeit, einschließlich der Scheinselbstständigkeit, bekämpfen.

Het platform gecreëerd door dit besluit (het platform) moet de diverse vormen van zwartwerk en het valselijk gemeld werk dat in verband wordt gebracht met zwartwerk, inclusief schijnzelfstandigheid, aanpakken.


die Zusammenarbeit der zuständigen Behörden der Mitgliedstaaten und anderer beteiligter Akteure der Mitgliedstaaten verbessert, um nicht angemeldete Erwerbstätigkeit in ihren verschiedenen Erscheinungsformen und die damit einhergehende falsch deklarierte Erwerbstätigkeit, einschließlich der Scheinselbstständigkeit, effizienter und wirksamer bekämpfen zu können.

de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en andere betrokken actoren te versterken met het oog op het doelmatiger en doeltreffender aanpakken van de diverse vormen van zwartwerk en valselijk gemeld werk dat met zwartwerk in verband wordt gebracht, waaronder schijnzelfstandigheid.


Der Missbrauch des Status der selbstständigen Erwerbstätigkeit, wie er im nationalen Recht definiert ist, sei es auf nationaler Ebene oder in grenzüberschreitenden Situationen, stellt eine Form der falsch deklarierten Erwerbstätigkeit dar, die häufig mit nicht angemeldeter Erwerbstätigkeit in Verbindung steht.

Misbruik, op nationaal niveau of in grensoverschrijdende situaties, van de hoedanigheid van zelfstandige als omschreven in het nationaal recht, is een vorm van valselijk gemeld werk, dat dikwijls in verband wordt gebracht met zwartwerk.


Die Auswirkungen etwaiger falsch deklarierter, nicht aus Taiwan stammender Produkte wären somit sehr begrenzt.

De kwestie van de vermeende onjuist gedeclareerde niet-Taiwanese producten kan dus slechts weinig tot geen invloed hebben.


Dass ein Anlass bestand, eine Maßnahme zu ergreifen, deren Dringlichkeit schwer mit einer gewöhnlichen Annahme durch den Gesetzgeber in Einklang zu bringen war, ergibt sich ebenfalls aus der Präambel des fraglichen königlichen Erlasses, und aus diesem Grund wurde auch der Staatsrat gebeten, in seinem Gutachten die Dringlichkeit zu berücksichtigen: « In Anbetracht des Antrags auf dringliche Behandlung, begründet durch: die Sonderregelung für Reisebüros und den Ort der von Vermittlern erbrachten Dienstleistungen, die festgelegt sind in Artikel 26 beziehungsweise Artikel 28b Tei ...[+++]

Dat er aanleiding was om een maatregel te nemen waarvan het spoedeisend karakter moeilijk te verzoenen was met een gewone aannemingsprocedure door de wetgever, blijkt eveneens uit de aanhef van het in het geding zijnde koninklijk besluit, reden waarom ook de Raad van State is verzocht bij zijn advies rekening te houden met het spoedeisend karakter : « Gelet op het verzoek om spoedhandeling, gemotiveerd door : de bijzondere regeling voor reisbureaus en de plaats van door tussenpersonen verrichte diensten, respectievelijk bepaald door artikel 26 en door artikel 28ter, titel E, van de Zesde richtlijn 77/388/EEG; de procedure bij het niet nakomen door een Staat geregeld door artikel 226 van het Verdrag EG; de ingebrekestelling die de Europese ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der die Vater ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind opeist, moet worden ingesteld binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is, ...[+++]


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der die Vaterschaft für sich in Anspruch nimmt, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er der Vater des Kindes ist, eingereicht werden muss, gegen die Artikel 10, 11 und 22bis der Verfass ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind opeist, moet worden ingesteld binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is, de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet, en zelfs andere supranationale wettelijke bepalingen zoals met name het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (artikel 8 ervan), doordat het ...[+++]


Die Kammer der französischsprachigen und deutschsprachigen Rechtsanwaltschaften fährt fort, es sei auch falsch, dass die angefochtenen Bestimmungen keine Kontrolle durch die öffentliche Hand vorsähen.

Voorts is het voor de Ordre des barreaux francophones et germanophone ook onjuist dat de betwiste bepalingen niet zouden voorzien in een toezicht door de openbare overheid.


Es sei auch falsch zu behaupten, dass die angefochtene Bestimmung dem Unterrichtswesen einen Betrag von 2,4 Milliarden belgischen Franken vorenthalte, da es dann, wenn der Französischen Gemeinschaft eine solche Summe gezahlt worden wäre, unmöglich sei, zu ermitteln, in welchem Masse ein Teil dieser Summe dem Unterrichtswesen zugeteilt worden wäre.

Het is tevens verkeerd te beweren dat de aangevochten bepaling het onderwijs een bedrag van 2,4 miljard Belgische frank zou ontzeggen, vermits het onmogelijk is, in het geval waarin een dergelijke som aan de Franse Gemeenschap zou zijn gestort, te weten in welke mate een deel van die som voor het onderwijs bestemd zou zijn geweest.


« Verstösst Artikel 21 § 3 des Gesetzes vom 13. Juni 1966 über die Ruhestands- und Hinterbliebenenpensionen für Arbeiter, Angestellte, unter belgischer Flagge fahrende Seeleute, Bergarbeiter und freiwillig Versicherte, in der durch den königlichen Erlass Nr. 205 vom 29. August 1983 (Artikel 3 Nr. 3) abgeänderten Fassung, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er eine identische Verjährungsfrist von fünf Jahren vorsieht für die Rückforderung eines nicht geschuldeten Betrags, der von einem Pensionierten zurückgefordert wird, je nachdem, ob dieser nicht geschuldete Betrag einerseits auf betrügerische Handlungen ...[+++]

« Schendt artikel 21, § 3, van de wet van 13 juni 1966 betreffende de rust- en overlevingspensioenen voor arbeiders, bedienden, zeevarenden onder Belgische vlag, mijnwerkers en vrijwillig verzekerden, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 205 van 29 augustus 1983 (artikel 3, 3), de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het voorziet in een identieke verjaringstermijn van vijf jaar voor de terugvordering van een onverschuldigd bedrag dat van een gepensioneerde wordt teruggevorderd naargelang dat onverschuldigd bedrag zijn oorsprong vindt in bedrieglijke handelingen of in valse of welbewust onvolledige verklaringen ...[+++]


w