Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de « gesetzliche zusammenwohnen ausgedehnt wird » (Allemand → Néerlandais) :

« Die Steuer oder der Teil der Steuer in Bezug auf das steuerpflichtige Einkommen eines der Ehepartner und der auf den Namen eines der Ehepartner in die Heberolle eingetragene Vorabzug dürfen ungeachtet des ehelichen Güterstands oder der notariellen Vereinbarung, in der das gesetzliche Zusammenwohnen geregelt wird, auf alle eigenen und gemeinsamen Güter der beiden Ehepartner eingetrieben werden.

« De belasting of het gedeelte van de belasting in verband met het belastbare inkomen van een van de echtgenoten en de op zijn naam ingekohierde voorheffing mogen, ongeacht het aangenomen huwelijksvermogensstelsel of ongeacht de notariële overeenkomst waarin de wettelijke samenwoning wordt geregeld, op al de eigen en de gemeenschappelijke goederen van beide echtgenoten worden verhaald.


Diese internationale Vertragsbestimmung enthält nämlich keine allgemeine Verpflichtung, einem Ausländer, der eine Erklärung über das gesetzliche Zusammenwohnen mit einem Belgier abgegeben hat, ein Aufenthaltsrecht zu erteilen (vgl. EuGHMR, 28. Mai 1985, Abdulaziz, Cabales und Balkandali gegen Vereinigtes Königreich § 68), und verhindert nicht, dass die Familienzusammenführung mit Bedingungen verknüpft wird.

Uit die internationale verdragsbepaling vloeit immers geen algemene verplichting voort om een vreemdeling die een verklaring van wettelijke samenwoning met een Belg aflegt, een verblijfsrecht toe te kennen (vgl. EHRM, 28 mei 1985, Abdulaziz, Cabales en Balkandali t. Verenigd Koninkrijk, § 68) en belet niet dat de gezinshereniging aan voorwaarden wordt onderworpen.


So wird vermieden, dass das gesetzliche Zusammenwohnen eine allzu leichte Alternative ist, um ein Aufenthaltsrecht im Fall der Verweigerung der Ehe zu erhalten » (Parl. Dok., Kammer, 2012-2013, DOC 53-2673/006, S. 7).

Zo wordt vermeden dat de wettelijke samenwoning een al te gemakkelijk alternatief is om een verblijfsrecht te verkrijgen wanneer het huwelijk wordt geweigerd » (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2673/006, p. 7).


Der letzte Hauptwohnort der Ehepartner oder der gesetzlich zusammenwohnenden Partner wird ebenfalls als Hauptwohnort betrachtet, wenn deren Zusammenwohnen entweder durch die tatsächliche Trennung der Ehepartner oder gesetzlich zusammenwohnenden Partner, oder wegen höherer Gewalt oder eines zwingenden Grundes familiärer, gesundheitlicher, beruflicher oder sozialer Art beendet wurde.

Als hoofdverblijfplaats wordt eveneens in aanmerking genomen, de laatste hoofdverblijfplaats van de echtgenoten of wettelijk samenwonenden als aan hun samenwonen een einde is gekomen, hetzij door de feitelijke scheiding van de echtgenoten of van de wettelijk samenwonenden, hetzij door een geval van overmacht of om dwingende reden van medische, familiale, beroeps-of maatschappelijke aard.


Wenn der Erblasser oder sein Ehepartner oder gesetzlich zusammenwohnender Partner in den in Paragraf 1 Absatz 3 genannten Fällen seinen Hauptwohnort in dem Immobiliengut nicht hat behalten können oder das Zusammenwohnen wegen höherer Gewalt oder eines zwingenden Grundes familiärer, gesundheitlicher, beruflicher oder sozialer Art beendet wurde, wird die Anwendung der Befreiung jedoch ausdrücklich in der Erbfallanmeldung beantragt un ...[+++]

Indien de overledene, de echtgenoot/echtgenote of wettelijk samenwonende, zijn hoofdverblijfplaats niet heeft kunnen behouden in het gebouw, als bedoeld in § 1, derde lid, of indien een einde is gekomen aan het samenwonen door overmacht of om dwingende reden van medische, familiale, beroeps- of maatschappelijke aard, moet de toepassing van de vrijstelling uitdrukkelijk worden gevraagd in de aangifte van nalatenschap en, in voorkomend geval, moet de overmacht of de dwingende reden worden bewezen".


In einer ersten Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof zur Vereinbarkeit der Artikel 16 und 17 des königlichen Erlasses Nr. 50 vom 24. Oktober 1967 mit den Artikeln 10, 11 und 16 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 14 dieser Konvention, befragt, insofern diese Bestimmungen einen hinterbliebenen gesetzlich Zusammenwohnenden, der seit mindestens einem Jahr durch eine Erklärung über das ...[+++]

In een eerste prejudiciële vraag wordt aan het Hof gevraagd of de artikelen 16 en 17 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 bestaanbaar zijn met de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 14 van dat Verdrag, in zoverre die bepalingen de langstlevende wettelijk samenwonende, die sedert ten minste één jaar door een verklaring van wettelijke samenwoning met de overleden werkn ...[+++]


Artikel 73 dieses Dekrets bestimmt: « In Artikel 109 des Registrierungs-, Hypotheken- und Kanzleigebührengesetzbuches, ersetzt durch das Gesetz vom 23. Dezember 1958 und zuletzt abgeändert durch das Dekret vom 13. Juli 2012, werden die Absätze 2, 3 und 4 mit folgendem Wortlaut eingefügt: ' Die Gebühr wird auf 1 Prozent festgesetzt, wenn die Verteilung oder die Abtretung im Sinne von Absatz 1 Nr. 1 oder Nr. 2 unter einer der folgenden Bedingungen stattfindet: 1. bei der in Artikel 1287 des Gerichtsgesetzbuches erwähnten Urkunde oder infolge der in Artikel 1293 des Gerichtsgesetzbuches erwähnten Abänderung; 2. bei der Auseinandersetzung ...[+++]

Artikel 73 van dat decreet bepaalt : « Aan artikel 109 van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek-, en Griffierechten, vervangen bij de wet van 23 december 1958 en laatst gewijzigd bij het decreet van 13 juli 2012, worden een tweede, derde en vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt : ' Het recht wordt op 1 t.h. gebracht als de verdeling of de afstand, vermeld in het eerste lid, 1° of 2°, plaatsvindt in een van de volgende omstandigheden : 1° bij de akte, vermeld in artikel 1287 van het Gerechtelijk Wetboek of ingevolge de wijziging, vermeld in artikel 1293 van het Gerechtelijk Wetboek; 2° bij de vereffening-verdeling na echtscheidi ...[+++]


« Verstösst Artikel 361 § 2 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er bestimmt, dass, wenn der Adoptierte das Kind oder Adoptivkind des Ehepartners des Adoptierenden ist, die Rechte der elterlichen Gewalt von beiden Ehegatten ausgeübt werden, ohne dass diese der Ehe verliehene Wirkung auf das gesetzliche Zusammenwohnen ausgedehnt wird?

« Schendt artikel 361, § 2, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het bepaalt dat wanneer de geadopteerde een kind of adoptief kind is van de echtgenoot van de adoptant, de rechten van het ouderlijk gezag door beide echtgenoten worden uitgeoefend, zonder dat aan het huwelijk toegekende gevolg tot de wettelijke samenwoning uit te breiden ?


« Verstösst Artikel 361 § 2 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er bestimmt, dass, wenn der Adoptierte das Kind oder Adoptivkind des Ehepartners des Adoptierenden ist, die Rechte der elterlichen Gewalt von beiden Ehegatten ausgeübt werden, ohne dass diese der Ehe verliehene Wirkung auf das gesetzliche Zusammenwohnen ausgedehnt wird?

« Schendt artikel 361, § 2, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het bepaalt dat wanneer de geadopteerde een kind of adoptief kind is van echtgenoot van de adoptant, de rechten van het ouderlijk gezag door beide echtgenoten worden uitgeoefend, zonder dat aan het huwelijk toegekende gevolg tot de wettelijke samenwoning uit te breiden ?


Auf die durch den Appellationshof Brüssel gestellte präjudizielle Frage, ob Artikel 361 des Zivilgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar ist, insbesondere ob der Gesetzgeber bezüglich der Adoptierten eine der mit der Ehe verbundenen Folgen nicht auch mit der nichtehelichen Gemeinschaft hätte verbinden müssen, hat der Hof in seinem Urteil Nr. 49/2000 verneinend geantwortet und dabei die Frage unberücksichtigt gelassen, ob die Ausnahme auf das gesetzliche Zusammenwohnen ausgedehnt werden muss.

In antwoord op een door het Hof van Beroep te Brussel gestelde prejudiciële vraag betreffende de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet van artikel 361 van het Burgerlijk Wetboek, meer bepaald of de wetgever, wat de geadopteerden betreft, één van de gevolgen die hij aan het huwelijk heeft toegekend niet had moeten uitbreiden tot het ongehuwd samenwonen, heeft het Hof in zijn arrest nr. 49/2000 ontkennend geantwoord en daarbij de vraag buiten beschouwing gelaten of de uitzondering moet ...[+++]


w