(3) Der Fahrer legt innerhalb jedes 24-Stunden-Zeitraums eine tägliche Ruhezeit von mindestens 12 zusammenhängenden Stunden ein, die höchstens dreimal pro Woche auf nicht weniger als neun zusammenhängende Stunden verkürzt werden darf .
3. In elke periode van 24 uur geniet de bestuurder een dagelijkse rusttijd van ten minste 12 ononderbroken uren; deze rusttijd zou maximaal 3 maal per week kunnen worden bekort tot een minimum van 9 ononderbroken uren.