Vertaling van "daran teil nationale " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

nationaler Teil des Schengener Informationssystems (1) | nationaler Teil des SIS (2)
nationale deel van het Schengen-Informatiesysteem

nationaler Teil des Schengener Informationssystems | N.SIS [Abbr.]
nationaal deel van het Schengeninformatiesysteem | N.SIS [Abbr.]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

2006 fand der Tag des sichereren Internet am 7. Februar statt. Ein breites Spektrum von Einrichtungen (etwa 100 Einrichtungen aus 37 Ländern) nahmen daran teil (nationale Behörden, Internetanbieter und Telekom-Betreiber, Unternehmen, Schulen, Bibliotheken und Museen, Organisationen für die Sicherheit im Internet und internationale Organisationen).
In 2006 werd de Dag van een veiliger internet gehouden op 7 februari. Een grote verscheidenheid aan organisaties (ongeveer 100 organisaties uit 37 landen) nam eraan deel: nationale overheidsinstanties, internetaanbieders en telecombedrijven, de industrie, scholen, bibliotheken en musea, organisaties voor de veiligheid van het internet en internationale organisaties.

116. ist beunruhigt darüber, dass wegen der Wirtschaftskrise viele Menschen ihre Wohnung verloren haben; vertritt die Auffassung, dass Obdachlose Teil der Gesellschaft bleiben müssen und Maßnahmen dagegen zu treffen sind, dass Obdachlose isoliert und an den Rand gedrängt werden; appelliert in diesem Zusammenhang an die Mitgliedstaaten, ehrgeizige Maßnahmen zur Unterstützung dieser Personen zu beschließen; erinnert daran, dass Obdachlose schutzbedürftig sind; bekräftigt seine Aufforderung an die Mitgliedstaaten, davon Abstand zu nehmen, dass sie Obdachlose als Deliktstäter stigmatisieren; fordert die Mitgliedstaaten auf, sämtliche Gesetze und politischen Maßnahmen, mit denen Obdachlose als Deliktstäter dargestellt werden, aufzuheben; fordert die Mitgliedstaaten auf, nationale Strategien zur Eindämmung der Obdachlosigkeit in ihrem Hoheitsgebiet auszuarbeiten; fordert die Kommission auf, die Mitgliedstaaten durch die Erleichterung des Austauschs bewährter Praktiken und genauer Datenerhebung bei ihrer Aufgabe zu unterstützen, die Obdachlosigkeit zu bekämpfen; fordert die Kommission auf, die Menschenrechtsverletzungen in den Mitgliedstaaten zu überwachen, die sich aus der Obdachlosigkeit ergeben; erinnert daran, dass das Recht auf eine Unterstützung bei der Wohnraumbeschaffung für die Ärmsten in der Gesellschaft in der Charta der Grundrechte verankert ist;
116. is ongerust over het aantal personen dat als gevolg van de economische crisis zijn woning heeft verloren; is van mening dat daklozen deel moeten blijven uitmaken van de maatschappij en daarom hun isolement en marginalisering moet worden bestreden; roept in dit kader de lidstaten op om een ambitieus beleid voor steunverlening aan deze personen vast te stellen; herinnert eraan dat daklozen kwetsbaar zijn en herhaalt zijn oproep aan de lidstaten om deze personen niet te stigmatiseren als misdadigers; vraagt de lidstaten elke wet of elk beleid in die zin te schrappen; verzoekt de lidstaten nationale strategieën uit te werken ter bestrijding van het fenomeen van daklozen op hun grondgebied; verzoekt de Commissie de lidstaten te steunen bij de bestrijding van het fenomeen van daklozen op hun grondgebied, en wel door middel van het bevorderen van de uitwisseling van goede praktijken en goede gegevensverzameling; verzoekt de Commissie toezicht te houden op mensenrechtenschendingen in de lidstaten die het gevolg zijn van het fenomeen van daklozen op hun grondgebied; herinnert eraan dat het recht op bijstand bij huisvesting voor de meest hulpbehoevenden is opgenomen in het Handvest van de grondrechten;

115. ist beunruhigt darüber, dass wegen der Wirtschaftskrise viele Menschen ihre Wohnung verloren haben; vertritt die Auffassung, dass Obdachlose Teil der Gesellschaft bleiben müssen und Maßnahmen dagegen zu treffen sind, dass Obdachlose isoliert und an den Rand gedrängt werden; appelliert in diesem Zusammenhang an die Mitgliedstaaten, ehrgeizige Maßnahmen zur Unterstützung dieser Personen zu beschließen; erinnert daran, dass Obdachlose schutzbedürftig sind; bekräftigt seine Aufforderung an die Mitgliedstaaten, davon Abstand zu nehmen, dass sie Obdachlose als Deliktstäter stigmatisieren; fordert die Mitgliedstaaten auf, sämtliche Gesetze und politischen Maßnahmen, mit denen Obdachlose als Deliktstäter dargestellt werden, aufzuheben; fordert die Mitgliedstaaten auf, nationale Strategien zur Eindämmung der Obdachlosigkeit in ihrem Hoheitsgebiet auszuarbeiten; erinnert daran, dass das Recht auf eine Unterstützung bei der Wohnraumbeschaffung für die Ärmsten in der Gesellschaft in der Charta der Grundrechte verankert ist;
115. is ongerust over het aantal personen dat als gevolg van de economische crisis zijn woning heeft verloren; is van mening dat daklozen deel moeten blijven uitmaken van de maatschappij en daarom hun isolement en marginalisering moet worden bestreden; roept in dit kader de lidstaten op om een ambitieus beleid voor steunverlening aan deze personen vast te stellen; herinnert eraan dat daklozen kwetsbaar zijn en herhaalt zijn oproep aan de lidstaten om deze personen niet te stigmatiseren als misdadigers; vraagt de lidstaten elke wet of elk beleid in die zin te schrappen; verzoekt de lidstaten nationale strategieën uit te werken ter bestrijding van het fenomeen van daklozen op hun grondgebied; herinnert eraan dat het recht op bijstand bij huisvesting voor de meest hulpbehoevenden is opgenomen in het Handvest van de grondrechten;

82. Nach alledem ist auf den zweiten Teil der ersten Frage und auf die zweite Frage zu antworten, dass beim gegenwärtigen Stand des Unionsrechts der u.a. in den Art. 20 und 21 der Charta verankerte Grundsatz der Gleichbehandlung und Nichtdiskriminierung die Mitgliedstaaten nicht daran hindert, dass sie, wenn sie nationale Regelungen zur Förderung der Kraft-Wärme-Kopplung und der Stromerzeugung mittels erneuerbarer Energiequellen wie die nach Art. 7 der Richtlinie 2004/8 und Art. 4 der Richtlinie 2001/77 erlassen, eine Maßnahme zur verstärkten Förderung wie die im Ausgangsverfahren in Rede stehende vorsehen, in deren Genuss alle Anlagen für Kraft-Wärme-Kopplung, bei denen hauptsächlich Biomasse verwertet wird, mit Ausnahme der Anlagen für Kraft-Wärme-Kopplung, bei denen hauptsächlich Holz und/oder Holzabfälle verwertet werden, kommen können ».
82. Gelet op de voorgaande overwegingen moet op het tweede deel van de eerste vraag en op de tweede vraag worden geantwoord dat het met name in de artikelen 20 en 21 van het Handvest neergelegde beginsel van gelijke behandeling en non-discriminatie in de huidige stand van het Unierecht niet eraan in de weg staat dat de lidstaten bij de invoering van nationale steunregelingen voor warmtekrachtkoppeling en de productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen, zoals bedoeld in artikel 7 van richtlijn 2004/8 en artikel 4 van richtlijn 2001/77, voorzien in versterkte steun zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, waarvoor alle installaties voor warmtekrachtkoppeling die voornamelijk biomassa valoriseren, met uitsluiting van installaties die voornamelijk hout en/of houtafvalstoffen valoriseren, in aanmerking komen ».

42. erinnert daran, dass Fortschritte bei der Konsolidierung der verteidigungstechnologischen und -industriellen Basis Europas notwendig sind, da angesichts zunehmender Komplexität der Technik, steigenden internationalen Wettbewerbs und schrumpfender Verteidigungshaushalte in keinem EU-Mitgliedstaat die Verteidigungsindustrie mehr auf rein nationaler Basis überlebensfähig ist; bedauert die Tatsache, dass in der europäischen Raumfahrtindustrie zwar ein gewisser Grad an Konzentration erreicht wurde, die Sektoren für Güter für Heer und Marine aber weiterhin zum überwiegenden Teil entlang nationaler Grenzlinien zersplittert sind; warnt die Mitgliedstaaten vor der Möglichkeit, dass Kürzungen bei Verteidigungsinvestitionen die europäische Verteidigungsindustrie und technologische Innovation der Gefahr aussetzen, durch die Kontrolle von Drittmächten mit anderen strategischen Interessen übernommen zu werden;
42. herinnert eraan dat werk moet worden gemaakt van de consolidering van de Europese technologische en industriële defensiebasis daar de defensie-industrie in de lidstaten gezien de steeds geavanceerder technologieën, de steeds scherpere internationale concurrentie en de steeds krappere defensiebudgetten onmogelijk op louter nationale basis kan overleven; betreurt dat ondanks een zekere bundeling van de middelen in de Europese ruimtevaartindustrie, de sectoren voor de uitrusting van landstrijdkrachten en marine nog steeds grotendeels gefragmenteerd zijn volgens de nationale grenzen; waarschuwt de lidstaten dat de Europese defensie-industrie en de technologische innovatie op defensiegebied door een vermindering van de defensie-investeringen het risico lopen te worden ingehaald door vreemde mogendheden met andere strategische belangen;

1. Die Mitgliedstaaten teilen der Kommission spätestens am 1. März 2005 mit, welcher Teil der Prämienansprüche in Übereinstimmung mit Artikel 117 Absatz 2 der Verordnung (EG) Nr. 1782/2003 an die nationale Reserve zurückgeht und gegebenenfalls welche Maßnahmen im Rahmen von Artikel 117 Absatz 3 derselben Verordnung getroffen wurden und — vor dem 1. Januar jedes Jahres — welche Änderungen daran vorgenommen wurden.
1. Uiterlijk op 1 maart 2005 delen de lidstaten de Commissie mee welk deel van de overgedragen premierechten overeenkomstig artikel 117, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 aan de nationale reserve moet worden afgestaan, en in voorkomend geval welke maatregelen zijn genomen op grond van artikel 117, lid 3, van die verordening, en vóór 1 januari van elk jaar stellen zij de Commissie in kennis van de eventuele wijzigingen van een en ander.

21. warnt die Kommission vor den Gefahren einer Verwischung der Zuständigkeiten, die mit gewissen Formen der Delegierung an gemischte - teils nationale, teils gemeinschaftliche - öffentliche Körperschaften verbunden wären, und erinnert daran, dass die Planung und Begleitung der Ausführung von dezentralisierten Aufgaben ausschließlich im Ressort der Kommission liegen sollten, die hierfür voll und ganz verantwortlich ist, wobei die Kontrolle vom Parlament und vom Rechnungshof durchgeführt wird; erwartet, dass die Kommission den Zeitplan zum Abbau der BAT einhält und so rasch wie möglich den Vorschlag eines Rechtsrahmens für die Schaffung von gemeinschaftlichen Ausführungsagenturen vorlegt, um die Übergangsperiode möglichst zu beschränken;
21. waarschuwt de Commissie voor het risico van verwarring ten aanzien van de verantwoordelijkheden die door bepaalde bestuursvormen met decentralisatie naar gemengde, zowel nationale als Europese overheidsorganen kan worden veroorzaakt, en herinnert eraan dat de programmering en het toezicht op de uitvoering van de gedecentraliseerde taken ook in de toekomst vallen onder de exclusieve bevoegdheid van de Commissie, die hiervoor de volledige verantwoordelijkheid draagt, terwijl de controle wordt uitgeoefend door het Parlement en de Rekenkamer; verwacht dat de Commissie het tijdschema voor de ontmanteling van de BAT's eerbiedigt en zo spoedig mogelijk een voorstel indient om een wettelijk kader voor de oprichting van de communautaire uitvoeringsorganen te creëren, teneinde de overgangsperiode zoveel mogelijk te beperken;