Der Gegenstand der Nichtigkeitsklage müsse daher auf Artikel 121 des Gesetzes vom 25. Januar 1999 erweitert werden, insofern diese Bestimmung vollständig Artikel 50bis des Gesetzes vom 14. Juli 1994 ersetze, ohne jedoch die in den Interventionsschriftsätzen und der Nichtigkeitsklage angeführten Verstösse aufzuheben.
Het onderwerp van het beroep tot vernietiging moet dus worden uitgebreid tot artikel 121 van de wet van 25 januari 1999 doordat die bepaling artikel 50bis van de wet van 14 juli 1994 volledig vervangt, zonder evenwel de schendingen die in de memories van tussenkomst en in het beroep tot vernietiging worden aangevoerd, te doen verdwijnen.