21. bekräftigt seine Überzeugung, dass rechtsverbindliche Menschenrechtsklauseln einschließlich eines eindeutigen und präzisen Konsultationsmechanismus nach dem Muster von Artikel 96 des Abkommens von Cotonou Teil aller internationalen Vereinbarungen der EU sein müssen; betont, dass eine solche Klausel systematisch auch in die Kapitel zur nachhaltigen Entwicklung in diesen Übereinkommen aufgenommen werden sollte;
21. herhaalt zijn overtuiging dat juridisch bindende clausules inzake mensenrechten moeten worden opgenomen in alle internationale overeenkomsten van de EU, met inbegrip van een duidelijk en concreet overlegmechanisme, naar het voorbeeld van artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou; wijst erop dat dezelfde benadering inzake een systematische opneming moet worden gevolgd ten aanzien van de hoofdstukken over duurzame ontwikkeling in deze overeenkomsten;