(1) Die in den Artikeln 3 bis 6 enthaltenen Verpflichtungen eines Systemverkäufers gelten nicht gegenüber einem Mutterluftfahrtunternehmen eines Drittlandes, soweit dessen computergesteuertes Buchungssystem dieser Verordnung nicht entspricht oder Luftfahrunternehmen der Gemeinschaft nicht eine Behandlung, wie in dieser Verordnung vorgesehen, gewährleistet.
1. De verplichtingen van een systeemverkoper krachtens de artikelen 3 tot en met 6 zijn niet van toepassing op een moederluchtvaartmaatschappij uit een derde land, voor zover haar automatisch boekingssysteem niet met deze verordening in overeenstemming is of de luchtvaartmaatschappijen uit de Gemeenschap geen behandeling verleent welke gelijkwaardig is aan die waarop zij krachtens deze verordening recht hebben.
