Vertaling van "cavedon rechtssache t-267 " (Duits → Nederlands) :

[21] Urteil des EuGH vom 1.4.2008 in der Rechtssache C-267/06 Tadao Maruko.
[21] Arrest van het EHJ van 1.4.2008 in zaak C-267/06 Tadao Maruko.

Die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 5689 sind Krankenhausärzte, die Bürger eines anderen Mitgliedstaates sind und ihren Wohnsitz in Belgien haben oder ihre Krankenhaustätigkeiten während eines Teils der Woche in Belgien ausüben; sie bitten den Verfassungsgerichtshof, dem Gerichtshof der Europäischen Union in Anwendung von Artikel 267 des AEUV eine Vorabentscheidungsfrage zu stellen.
De verzoekende partijen in de zaak nr. 5689 die ziekenhuisgeneesheren zijn en onderdanen van een andere lidstaat die gedomicilieerd zijn in België, of die hun ziekenhuisactiviteiten in België uitvoeren gedurende een deel van de week, vragen aan het Hof een prejudiciële vraag te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, met toepassing van artikel 267 van het VWEU.

Klägerinnen: Région Nord-Pas-de-Calais (Frankreich) (Prozessbevollmächtigte: Rechtsanwälte M. Cliquennois und F. Cavedon) (Rechtssache T-267/08) und Communauté d’agglomération du Douaisis (Frankreich) (Prozessbevollmächtigte: Rechtsanwälte Y. Benjamin und D. Rombi) (Rechtssache T-279/08)
Verzoekende partijen: Région Nord-Pas-de-Calais (Frankrijk) (vertegenwoordigers: M. Cliquennois en F. Cavedon, advocaten) (zaak T-267/08), en Communauté d’agglomération du Douaisis (Frankrijk) (vertegenwoordigers: M.Y. Benjamin en D. Rombi, advocaten) (zaak T-279/08)

Das Gleiche gilt in Bezug auf das in der Rechtssache Nr. 5256 darüber hinaus beanstandete Quorum von Artikel 181 § 2 Absatz 3, der grösstenteils die Regelung von Artikel 20 § 2 Absatz 3 des Grundlagengesetzes vom 19. Oktober 1921 über die Provinzialwahlen, ersetzt durch Artikel 267 des ordentlichen Gesetzes vom 16. Juli 1993 zur Vollendung der föderalen Staatsstruktur, bestätigt.
Hetzelfde geldt ten aanzien van het in de zaak nr. 5256 bovendien bestreden quorum van artikel 181, § 2, derde lid, dat grotendeels de regeling bevestigt van artikel 20, § 2, derde lid, van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, zoals vervangen bij artikel 267 van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur.

Diese Änderung setzt das Urteil des EuGH vom 1. April 2008 in der Rechtssache C-267/06 (Tadao Maruko) um.
Dit amendement strekt tot toepassing van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 1 april 2008 in zaak C-267/06, Tadao Maruko.

[63] Familienangehörige aus Drittstaaten sind nach dem Gemeinschaftsrecht nicht verpflichtet, im Haushalt des EU-Bürgers zu leben, um das Aufenthaltsrecht in Anspruch nehmen zu können; vgl. Rechtssache 267/83, Diatta, Rdnrn. 15 ff.).
[63] Het Gemeenschapsrecht schrijft niet voor dat echtgenoten uit derde landen met de EU-burger moeten wonen om voor een verblijfsrecht in aanmerking te komen – zaak 267/83, Diatta (punten 15 en volgende).

Diese Definition ist in ihren wesentlichen Kriterien durch den Europäischen Gerichtshof in dem Urteil in der Rechtssache C-267/99 vom 11. Oktober 2001 bestätigt worden.
Deze definitie is in grote lijnen bevestigd in de uitspraak van het Hof van Justitie van 11 oktober 2001 (zaak C-267/99, Christiane Adam, Urbing).

[46] Rechtssache 267/83, Diatta gegen Land Berlin, Slg. 1985, 567.
[46] Zaak 267/83, Diatta/Land Berlin, Jurispr. 1985, blz. 567.