(1) Besteht die Verpflichtung zum Führen eines Logbuchs, so nehmen Kapitäne von Fischereifahrzeugen der Union, die im Besitz einer Genehmigung gemäß Artikel 5 Absatz 1 oder 3 sind, beim Fischfang in einem Tiefseemetier oder in Tiefen unterhalb von 400 Metern
1. Wanneer het bijhouden van een logboek verplicht is, moeten kapiteins van Unievissersvaartuigen met een vismachtiging overeenkomstig artikel 5, lid 1 of lid 3, wanneer zij actief zijn in een diepzeemetier of wanneer zij op een diepte van meer dan 400 meter vissen: