Vertaling van "bürgerrechte zuständig sind " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Programm für die Förderung, den Austausch, die Aus- und Fortbildung sowie die Zusammenarbeit von Personen, die für Maßnahmen gegen den Menschenhandel und die sexuelle Ausbeutung von Kindern zuständig sind | Stop II [Abbr.]
programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking voor personen die verantwoordelijk zijn voor acties tegen mensenhandel en seksuele uitbuiting van kinderen | Stop II [Abbr.]

Austausch-, Ausbildungs- und Kooperationsprogramm für Personen, die für die Bekämpfung der organisierten Kriminalität zuständig sind (FALCONE)
uitwisselings-, opleidings- en samenwerkingsprogramma voor personen die verantwoordelijk zijn voor de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit (programma FALCONE)

Förder- und Austauschprogramm für Personen, die für Massnahmen gegen den Menschenhandel und die sexuelle Ausbeutung von Kindern zuständig sind | Programm STOP
Stimulerings- en uitwisselingsprogramma voor personen die verantwoordelijk zijn voor acties tegen mensenhandel en seksuele uitbuiting van kinderen | STOP-programma | STOP [Abbr.]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Das Programm steht allen Akteurinnen und Akteuren offen, die die aktive europäische Bürgerschaft fördern, insbesondere Bürgerinitiativen und lokalen Behörden, Forschungseinrichtungen, die sich mit europäischen öffentlichen Politiken beschäftigen (Think-Tanks), Minderheitenorganisationen, Bürgergruppen und anderen zivilgesellschaftlichen Organisationen, wie z. B. Nichtregierungsorganisationen, Organisationen der außerhalb des EU-Hoheitsgebiets wohnhaften Bürger/innen der Europäischen Union, Plattformen, Netzwerken, Vereinigungen und Verbänden, Gewerkschaften, Vereinigungen von Staatsangehörigen aus Drittländern mit Wohnsitz in der Europäischen Union sowie europäische Zusammenschlüsse nationaler Stellen, die für den Schutz der Bürgerrechte zuständig sind.
Het programma staat open voor alle belanghebbende partijen die een actief Europees burgerschap bevorderen, en met name voor gemeenschappen en lokale overheden, Europese organisaties die onderzoek naar het overheidsbeleid doen (denktanks), organisaties die zich bezighouden met minderheden, burgergroepen en andere maatschappelijke organisaties, zoals niet-gouvernementele organisaties, organisaties van EU-burgers die buiten het grondgebied van de Unie wonen, platformen, netwerken, verenigingen, federaties, vakbonden, verenigingen die in de Europese Unie woonachtige onderdanen van derde landen vertegenwoordigen en Europese netwerken van nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de bescherming van de rechten van de burgers.

(14) Die Teilhabe an einer gemeinsamen Unionsbürgerschaft sollte die Beziehungen zwischen den Bürgern und Bürgerinnen der Mitgliedstaaten immer weiter festigen und von den nationalen und regionalen Gesetzgebungsinstanzen und lokalen Instanzen ebenso berücksichtigt werden wie von den für den Schutz der Bürgerrechte auf nationaler Ebene zuständigen Stellen, also den Instanzen, die für die Sicherheit, den Rechtsschutz und die Rechtsberatung zuständig sind, beispielsweise Bürgerbeauftragte bzw. Ombudspersonen; es ist daher im Interesse der Europäischen Union, den Dialog und den Austausch bewährter Verfahren zwischen diesen Stellen und ihre Kontaktnetze auf europäischer Ebene zu fördern.
(14) Het delen van een gemeenschappelijk Europees burgerschap moet leiden tot steeds nauwere betrekkingen tussen de burgers van de lidstaten en moet de aandacht hebben van nationale en regionale wetgevers, lokale overheden en allen die tot taak hebben om de burgerschapsrechten op het nationale vlak te beschermen, zoals gezagsdragers die belast zijn met veiligheid en rechtsbescherming, verstrekkers van rechtbijstand zoals ombudsmannen; de Europese Unie heeft er dan ook belang bij de dialoog en uitwisseling van beste ervaringen tussen deze gezagsdragers en hun netwerken van contactpunten op Europees niveau te bevorderen.

4. fordert die Mitgliedstaaten der Europäischen Union auf, eine europäische Plattform, bestehend aus Vertretern der nationalen Organisationen zu schaffen, die dafür zuständig sind, die Einhaltung der Grund- und Bürgerrechte durch die Mitgliedstaaten zu überwachen, um zu überprüfen, inwieweit die nationalen Rechtsvorschriften im Hinblick auf die Nachrichtendienste mit der Regelung der EMRK und der Charta der Grundrechte der Europäischen Union im Einklang stehen, um die gesetzlichen Regelungen zur Gewährleistung von Brief- und Fernmeldegeheimnis zu überprüfen und um sich überdies auf eine Empfehlung an die Mitgliedstaaten betreffend die Ausarbeitung eines Entwurfs eines Verhaltenskodex zu verständigen, der den Schutz der Privatsphäre, so wie er in Artikel 7 der Europäischen Charta der Grundrechte definiert ist, allen europäischen Bürgern auf dem Staatsterritorium der Mitgliedstaaten in seiner Gesamtheit gewährleistet und darüber hinaus garantiert, dass die Tätigkeit der Nachrichtendienste grundrechtskonform erfolgt, somit den in Kapitel 8 des Berichts seines nichtständigen Ausschusses, insbesondere in Abschnitt 8.3.4, aus Artikel 8 EMRK abgeleiteten Bedingungen entspricht; unterstreicht die Notwendigkeit, gemeinsame Normen zu erarbeiten, die den Erfordernissen des Grundrechtschutzes der Bürger besser angepasst sind und über die Garantien des Artikel 8 EMRK hinausgehen;
4. dringt er bij de lidstaten op aan een Europees platform op te richten, dat een onderzoek moet instellen naar de wettelijke regelingen ter garantie van het brief- en telefoongeheim, en bovendien tot overeenstemming te komen over een gemeenschappelijke tekst, waarin de bescherming van het privé-leven, zoals die in artikel 7 van het Europese Handvest van fundamentele rechten is gedefinieerd, integraal gewaarborgd wordt aan alle Europese burgers op het grondgebied van de lidstaten; bovendien moet worden gegarandeerd dat de inlichtingendiensten opereren onder eerbiediging van de fundamentele rechten, daarbij de noodzaak benadrukkend om communautaire wetteksten uit te werken die beter aan de vereisten van de bescherming van de volwassen burgers van de Unie zijn aangepast dan die welke vervat zijn in artikel 8 van het EVRM;

4. fordert die Mitgliedstaaten der Europäischen Union auf, eine europäische Plattform, bestehend aus Vertretern der nationalen Organisationen zu schaffen, die dafür zuständig sind, die Einhaltung der Grund- und Bürgerrechte durch die Mitgliedstaaten zu überwachen, um zu überprüfen, inwieweit die nationalen Rechtsvorschriften im Hinblick auf die Nachrichtendienste mit der Regelung der EMRK und der Charta der Grundrechte der EU im Einklang stehen, um die gesetzlichen Regelungen zur Gewährleistung von Brief- und Fernmeldegeheimnis zu überprüfen und um sich überdies auf eine Empfehlung an die Mitgliedstaaten betreffend die Ausarbeitung eines Entwurfs eines Verhaltenskodex zu verständigen, der den Schutz der Privatsphäre, so wie er in Artikel 7 der Europäischen Charta der Grundrechte definiert ist, allen europäischen Bürgern auf dem Staatsterritorium der Mitgliedstaaten in seiner Gesamtheit gewährleistet und darüber hinaus garantiert, dass die Tätigkeit der Nachrichtendienste grundrechtskonform erfolgt, somit den in Kapitel 8 des Berichts, insbesondere in 8.3.4 aus Artikel 8 EMRK abgeleiteten Bedingungen entspricht;
4. dringt er bij de lidstaten van de Europese Unie op aan een Europees platform op te richten, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de nationale instanties die ervoor verantwoordelijk zijn om te controleren in hoeverre de lidstaten de grondrechten van de burgers eerbiedigen en een onderzoek te doen naar de mate waarin de nationale wetgevingen inzake de inlichtingendiensten consistent zijn met het EVRM en dat een onderzoek moet instellen naar de wettelijke regelingen ter garantie van het brief- en telefoongeheim, en bovendien tot overeenstemming te komen over een gemeenschappelijke gedragscode, waarin de bescherming van het privé-leven, zoals die in artikel 7 van het Europese Handvest van de grondrechten is gedefinieerd, gewaarborgd wordt aan alle Europese burgers op het grondgebied van de lidstaten; bovendien moet worden gegarandeerd dat de inlichtingendiensten opereren onder eerbiediging van de grondrechten, en dat hun optreden in overeenstemming is met de in hoofdstuk 8 (en met name punt 8.3.4) van het verslag uit artikel 8 van het EVRM afgeleide voorwaarden;