Vertaling van "bürgergesellschaft stattfinden fordert " (Duits → Nederlands) :

7. betont, dass das bisherige Verhalten Chinas im Bereich der Menschenrechte nach wie vor Anlass zu ernster Sorge bietet; nimmt die bisherigen Gesprächsrunden im Rahmen des Menschenrechtsdialogs zwischen der EU und China sowie die Gesprächsrunde vom 20. November 2009 zur Kenntnis; betont, dass nach allen Dialogen jeweils streng überprüft werden muss, inwieweit die Empfehlungen eingehalten werden, die im Rahmen des vorangehenden Dialogs durch beide Seiten sowie auf den Rechtsseminaren EU-China zum Thema Menschenrechte vereinbart wurden, welche in der Regel vor den Dialogen und unter Beteiligung von Vertretern der akademischen Welt und der Bürgergesellschaft stattfinden; fordert Kommission und Rat auf, die Frage der Abschaffung der Todesstrafe sowie der Achtung der Rechte der ethnischen und religiösen Minderheiten auf die Tagesordnung des nächsten EU-China-Gipfels am 30. November 2009 zu setzen; fordert Kommission und Rat zudem auf, sich weiter für die Aufnahme einer China betreffenden Menschenrechtsklausel in das neue Partnerschafts- und Kooperationsabkommen, das derzeit ausgehandelt wird, einzusetzen;
7. benadrukt dat de prestaties van China op het gebied van mensenrechten ernstige bezorgdheid blijven wekken; neemt kennis van de vorige ronden van de mensenrechtendialoog tussen de EU en China en van de ronde van 20 november 2009; benadrukt het feit dat van de ene dialoog tot de andere een strikte follow-up nodig is van de uitvoering van de aanbevelingen die het resultaat van de vorige dialoog zijn en waarover beide partijen het eens zijn geworden, alsook van de juridische seminars over de mensenrechten tussen de EU en China, die vroeger aan de dialoog voorafgingen en waaraan vertegenwoordigers van de academische wereld en van het maatschappelijk middenveld deelnamen; verzoekt de Commissie en de Raad de kwestie van de afschaffing van de doodstraf en de eerbiediging van de rechten van etnische en religieuze minderheden op de agenda van de volgende EU-Chinatop van 30 november te plaatsen; vraagt de Commissie en de Raad erbij te blijven dat in de nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarover momenteel wordt onderhandeld, de clausule moet worden opgenomen over de eerbiediging van de mensenrechten in China;

20. hebt hervor, dass die Versöhnung in Afghanistan im Interesse aller, die auf Gewalt verzichten, die Verfassung – auch die darin verankerten Bestimmungen über Menschenrechte und insbesondere Frauenrechte – achten und bereit sind, zum Aufbau eines friedlichen Afghanistans beizutragen, im Rahmen eines umfassenden, inklusiven Prozesses unter der Führung und der Verantwortung Afghanistans stattfinden muss; hebt hervor, dass die politische Opposition sowie die Bürgergesellschaft im Allgemeinen und insbesondere Frauen in den Friedensprozess einbezogen werden sollten, und dass dieser Prozess möglichst inklusiv zu gestalten ist; fordert, dass dem Hohen Friedensrat in diesem Bereich eine wichtigere Rolle zugewiesen wird und seine Tätigkeiten stärker auf den eigentlichen Friedensprozess ausgerichtet werden;
20. onderstreept het belang van een brede en inclusieve aanpak, onder gezag en verantwoordelijkheid van de Afghanen, van de verzoening in Afghanistan voor alle partijen die afzien van geweld, de grondwet – met inbegrip van de bepalingen inzake mensenrechten en met name de rechten van vrouwen – naleven en bereid zijn mee te werken aan de opbouw van een vreedzaam Afghanistan; dringt erop aan dat de politieke oppositie, het maatschappelijk middenveld in het algemeen en vrouwen in het bijzonder worden betrokken bij het vredesproces, dat zo inclusief mogelijk moet zijn; vraagt dat de rol van de Hoge Raad voor de vrede op dit gebied wordt uitgebreid en dat de klemtoon meer komt te liggen op het eigenlijke vredesproces;

14. hebt hervor, dass die Versöhnung in Afghanistan im Interesse aller, die auf Gewalt verzichten, die Verfassung – auch die darin verankerten Bestimmungen über Menschenrechte und insbesondere Frauenrechte – achten und bereit sind, zum Aufbau eines friedlichen Afghanistans beizutragen, im Rahmen eines umfassenden, inklusiven Prozesses unter der Führung und der Verantwortung Afghanistans stattfinden muss; hebt hervor, dass die politische Opposition sowie die Bürgergesellschaft im Allgemeinen und insbesondere Frauen in den Friedensprozess einbezogen werden sollten, und dass dieser Prozess möglichst inklusiv zu gestalten ist; fordert, dass dem Hohen Friedensrat in diesem Bereich eine wichtigere Rolle zugewiesen wird und seine Tätigkeiten stärker auf den eigentlichen Friedensprozess ausgerichtet werden;
14. onderstreept het belang van een brede en inclusieve aanpak, onder gezag en verantwoordelijkheid van de Afghanen, van de verzoening in Afghanistan voor alle partijen die afzien van geweld, de grondwet – met inbegrip van de bepalingen inzake mensenrechten en met name de rechten van vrouwen – naleven en bereid zijn mee te werken aan de opbouw van een vreedzaam Afghanistan; dringt erop aan dat de politieke oppositie, het maatschappelijk middenveld in het algemeen en vrouwen in het bijzonder moeten worden betrokken bij het vredesproces, dat zo inclusief mogelijk moet zijn; vraagt dat de rol van de Hoge Raad voor de vrede op dit gebied wordt uitgebreid en dat de klemtoon meer komt te liggen op het eigenlijke vredesproces;

5. fordert die Einrichtung von Unterausschüssen für Menschenrechte im Rahmen der Assoziierungsabkommen, damit ein strukturierter Dialog über Menschenrechte und Demokratie stattfinden kann; ist der Auffassung, dass solche Unterausschüsse ein wichtiges Element der Aktionspläne darstellen; betont, wie wichtig die Konsultierung und Einbeziehung der Bürgergesellschaft in die Arbeit dieser Unterausschüsse ist, um die Menschenrechtssituation besser verfolgen zu können; betont auch, dass das Parlament eng in die Arbeit und die sich daraus ergebenden Maßnahmen der Unterausschüsse einbezogen werden muss;
5. verzoekt om oprichting van subcommissies voor mensenrechten in het kader van de Associatieovereenkomsten om een gestructureerde dialoog over mensenrechten en democratie op te zetten; is van mening dat dergelijke subcommissies een sleutelelement vormen van de actieprogramma's; wijst er met nadruk op dat het van belang is het maatschappelijk middenveld te raadplegen over en te betrekken bij de werkzaamheden van deze subcommissies om het toezicht op de mensenrechtensituatie te verbeteren; wijst er eveneens op dat het Parlement nauw moet worden betrokken bij de werkzaamheden en de follow-up van deze subcommissies;