6. weist darauf hin, dass in der Charta der Grundrechte bereits Rechte der Bürger hinsichtlich ihrer Information verankert sind, und dass jedes etwaige neue Instrument die Rechte des Parlaments als gewählter Versammlung, insbesondere sein Recht, sich ungehindert an die Bürger in der gesamten Union zu wenden, achten muss; fordert seinen Ausschuss für konstitutionelle Fragen auf zu untersuchen, welche Form und welchen Inhalt dieses interinstitutionelle Instrument haben könnte;
6. herinnert eraan dat het Handvest van de grondrechten de rechten van de burgers met betrekking tot informatie reeds vaststelt, en dat elk mogelijk nieuw instrument de prerogatieven van het Parlement (gekozen vergadering) moet respecteren, met name het recht van het Parlement zich vrij tot de burgers van heel de Unie te richten; verzoekt zijn Commissie constitutionele zaken de mogelijke aard en inhoud van een dergelijk interinstitutioneel instrument te analyseren;