Ist der Spender verstorben, sind der Entnahmeort aufzuzeichnen und der zwischen dem Tod und der Entnahme verstrichene Zeitraum anzugeben, um sicherzustellen, dass die erforderlichen biologischen und/oder physikalischen Eigenschaften der Gewebe bzw. Zellen erhalten bleiben.
Bij overleden donors wordt de plaats van verkrijging vastgelegd en wordt het tijdsverloop tussen overlijden en verkrijging vermeld met het oog op de instandhouding van de vereiste biologische en/of fysische eigenschappen van de weefsels/cellen.