Jede Einschränkung der Rechte der betroffenen Person muss mit der Charta und mit der EMRK in der Auslegung durch die Rechtsprechung des Gerichtshofs bzw. des Europäischen Gerichtshofs für Menschenrechte vereinbar sein und insbesondere den Wesensgehalt dieser Rechte und Freiheiten achten.
Elke beperking van de rechten van de betrokkene dient in overeenstemming te zijn met het Handvest en met het EVRM, zoals uitgelegd in de rechtspraak van respectievelijk het Hof van Justitie en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, en met name de wezenlijke inhoud van die rechten en vrijheden te eerbiedigen.