Vertaling van "bzw 150 millionen " (Duits → Nederlands) :

Im vierten und fünften Rahmenprogramm waren spezifische Programme im Bereich der Fischerei und Aquakultur (FAIR) für die angewandte Meeresforschung vorgesehen und wurden in Höhe von 130 bzw. 150 Millionen Euro kofinanziert.
In het vierde en vijfde kaderprogramma waren enkele specifieke programma's voor visserij en aquacultuur opgenomen (FAIR) voor de sector toegepast marien onderzoek, waarvoor respectievelijk 130 en 150 miljoen EUR beschikbaar was.

5. merkt an, dass sich der seitens der Kommission vorgelegte Entwurf des EU-Haushaltsplans für das Jahr 2013 auf 150 931,7 Millionen EUR an Verpflichtungsermächtigungen (VE) (d. h. +2 % im Vergleich zum Haushaltsplan 2012) sowie auf 137 924,4 Millionen EUR an Zahlungsermächtigungen (ZE) beläuft (d. h. +6,8 % im Vergleich zum Haushaltsplan 2012); stellt fest, dass diese Beträge 1,13 % bzw. 1,03 % des für das Jahr 2013 prognostizierten BNE der EU ausmachen; ruft noch einmal ins Gedächtnis, dass gemäß dem mehrjährigen Finanzrahmen (MFR) zu den jeweiligen Preisen 152 502 Millionen EUR für VE und 143 911 Millionen EUR für ZE vorgesehen wurden; stellt die laufende Diskrepanz zwischen den Niveaus bei Verpflichtungs- und Zahlungsermächtigungen fest, die zu einer weiteren Erhöhung der „Altlasten“ führen wird;
5. merkt op dat de door de Commissie voorgestelde ontwerpbegroting van de EU voor 2013 150 931,7 miljoen EUR aan vastleggingskredieten (VK) bedraagt (d.w.z. +2% in vergelijking met de begroting 2012) en 137 924,4 miljoen EUR aan betalingskredieten (BK) (d.w.z. +6,8% in vergelijking met de begroting 2012); stelt vast dat deze bedragen respectievelijk 1,13% en 1,03% van het voorziene BNI van de EU voor 2013 vertegenwoordigen; herinnert eraan dat het meerjarig financieel kader (MFK) voorziet in plafonds van 152 502 miljoen EUR aan VK en 143 911 miljoen EUR aan BK, in lopende prijzen; wijst op de aanhoudende verschillen tussen de vastleggings- en de betalingskredieten die tot een verdere groei van de openstaande verplichtingen (RAL) leiden zullen;

6. merkt an, dass sich der seitens der Kommission vorgelegte Entwurf des EU-Haushaltsplans für das Jahr 2013 auf 150 931,7 Millionen EUR an Verpflichtungsermächtigungen (VE) (d. h. +2 % im Vergleich zum Haushaltsplan 2012) sowie auf 137 924,4 Millionen EUR an Zahlungsermächtigungen (ZE) beläuft (d. h. +6,8 % im Vergleich zum Haushaltsplan 2012); stellt fest, dass diese Beträge 1,13 % bzw. 1,03 % des für das Jahr 2013 prognostizierten BNE der EU ausmachen; ruft noch einmal ins Gedächtnis, dass gemäß dem mehrjährigen Finanzrahmen (MFR) zu den jeweiligen Preisen 152 502 Millionen EUR für VE und 143 911 Millionen EUR für ZE vorgesehen wurden; stellt die laufende Diskrepanz zwischen den Niveaus bei Verpflichtungs- und Zahlungsermächtigungen fest, die zu einer weiteren Erhöhung der „Altlasten“ führen wird;
6. merkt op dat de door de Commissie voorgestelde ontwerpbegroting van de EU voor 2013 150 931,7 miljoen EUR aan vastleggingskredieten (VK) bedraagt (d.w.z. +2% in vergelijking met de begroting 2012) en 137 924,4 miljoen EUR aan betalingskredieten (BK) (d.w.z. +6,8% in vergelijking met de begroting 2012); stelt vast dat deze bedragen respectievelijk 1,13% en 1,03% van het voorziene BNI van de EU voor 2013 vertegenwoordigen; herinnert eraan dat het meerjarig financieel kader (MFK) voorziet in plafonds van 152 502 miljoen EUR aan VK en 143 911 miljoen EUR aan BK, in lopende prijzen; wijst op de aanhoudende verschillen tussen de vastleggings- en de betalingskredieten die tot een verdere groei van de openstaande verplichtingen (RAL) leiden zullen;

Wie aus kürzlich durchgeführten Simulationen hervorgeht, würde sich die Umsetzung dieses Ziels in einem wirtschaftlichen Nutzen niederschlagen, der mittelfristig gesehen die Größenordnung von 1,1 % bis 1,5 % des BIP bzw. rund 150 Millionen Euro erreichen würde .
Indien die doelstelling van 25 procent wordt verwezenlijkt, geven recente simulaties aan dat dit op middellange termijn economische voordelen kan generen in de orde van grootte van 1,1 tot 1,5 procent van het BBP; dat komt overeen met ongeveer 150 miljard EUR .

Art. 69 - Die Wallonische Region wird bis zum 31. Dezember 2001 dazu ermächtigt, die Zinsenlasten der jeweils durch die Stadt Tournai und die Gemeinde Leuze-en-Hainaut, die beide durch den Wirbelsturm vom 14. August 1999 betroffen wurden, durch Vermittlung des « Centre régional d'Aide aux Communes » bei DEXIA Bank aufgenommenen Anleihen bis zum jeweiligen Höchstbetrag von 150 Millionen bzw. 15 Millionen BEF zu übernehmen, damit diese Gemeinden den Geschädigten zinslose Darlehen gewähren können, die zur Ausführung der dringenden Arbeiten an deren Wohnungen dienen sollen.
Art. 69. De Waalse Regering wordt er tot 31 december 2001 toe gemachtigd de rentelasten over te nemen van de leningen die bij DEXIA Bank via het « Centre régional d'aide aux communes » voor respectievelijke bedragen van maximum 150 miljoen en 15 miljoen BEF werden aangegaan door de op 14 augustus 1999 door de storm getroffen gemeenten Doornik en Leuze-en-Hainaut, om deze gemeenten in staat te stellen renteloze leningen aan de slachtoffers te verlenen, met het oog op de uitvoering van de dringendste werken in hun woning.

Grobe Schätzungen deuten darauf hin, daß die Verwirklichung dieses Ziels durch Ersetzen bestehender Anlagen zur Elektrizitäts- bzw. Wärmeerzeugung bewirken könnte, daß die CO2-Emissionen bis zum Jahre 2010 um 150 Millionen Tonnen pro Jahr bzw. um 4% der gesamten CO2-Emissionen in der Europäischen Union zurückgehen.
Ruwe schattingen geven aan dat het behalen van deze doelstelling, gezien als vervanging van bestaande elektriciteits- en warmteproductie-installaties, de CO2-uitstoot met 150 miljoen ton per jaar kan doen teruglopen, wat neerkomt op ongeveer 4% van de totale CO2-uitstoot van de Europese Unie in 2010.

Zu diesen Beträgen kommen im Rahmen einer Hoechstgrenze von 300 bzw. 150 Millionen ECU (Preise 1988) im Jahr 1992 die Beträge hinzu, die für die Einkommenshilfen für die Landwirte sowie für die Flächenstillegung erforderlich sind.
Bij deze bedragen komen de noodzakelijke middelen voor de inkomenssteun aan de landbouwers en voor de set-aside, ten belope van ten hoogste respectievelijk 300 en 150 miljoen Ecu in 1992 ( prijzen van 1988 ).