2. Geräte, die nicht zu den in Artikel 1 Absatz 2 Buchstaben a bis f genannten Zwecken verwendet werden sollen , tragen gut sichtbar, leserlich und dauerhaft folgende Aufschriften:
2. Werktuigen die niet voor de in artikel 1, lid 2, onder a) tot en met f), vermelde toepassingen zijn bedoeld moeten op duidelijke, leesbare en onuitwisbare wijze zijn voorzien van: