Artikel 8 der Verordnung (EWG) Nr. 1052/68 des Rates vom 23. Juli 1968 über die Regelung für die Einfuhr und die Ausfuhr von Getreide- und Reisverarbeitungserzeugnissen (3) sieht vor, daß bei der Berechnung des Ausfuhrerstattungsbetrags für Verarbeitungserzeugnisse die Erstattungen berücksichtigt werden, die für die in ihrer Herstellung verwendeten Grunderzeugnisse gewährt worden sind ; diese Erstattungen müssen bei der Berechnung des beweglichen Teilbetrags der Abschöpfung an Hand der Mengen der im Anhang der Verordnung (EWG) Nr. 1052/68 genannten Grunderzeugnisse berücksichtigt werden ; es ist jedoch unnütz, die Erstattung bei der Erzeugung zu berücksichtigen, die für den von der Brauereiindustrie in der Gemeinschaft verwendeten Grob-
...[+++]und Feingrieß von Mais und Bruchreis gewährt wurden, da nämlich die Mitgliedstaaten nach Artikel 2 der Verordnung Nr. 367/67/EWG (4) gehalten sind, die erforderlichen Maßnahmen zu treffen, damit diese Erstattung auf die Mengen von Grob- und Feingrieß von Mais und Bruchreis begrenzt bleiben, die tatsächlich von der Brauereiindustrie in der Gemeinschaft verwendet werden.Overwegende dat in artikel 8 van Verordening ( EEG ) nr . 1052/68 van de Raad van 23 juli 1968 tot vaststelling van de regeling voor de invoer en de uitvoer van de op basis van granen en rijst verwerkte produkten ( 3 ) , is bepaald dat voor de verwerkte produkten waarvoor een restitutie bij de produktie wordt verleend voor de grondstoffen die voor de vervaardiging van die verwerkte produkten zijn bestemd , met deze restitutie bij de produktie rekening wordt gehouden voor de berekening van de restitutie bij de uitvoer ; dat er rekening mee dient te worden gehouden aan de hand van de hoeveelheden basisprodukt die in de bijlage van Verordening ( EEG ) nr . 1052/68 voor de berekening van het variabele element van de heffing in aanmerking zijn
...[+++]genomen ; dat evenwel met de restitutie bij de produktie geen rekening dient te worden gehouden voor in de brouwerijen gebruikte grutten , gries en griesmeel van mais en breukrijst , aangezien de Lid-Staten krachtens artikel 2 van Verordening nr . 367/67/EEG ( 4 ) ertoe verplicht zijn deze restitutie te beperken tot de hoeveelheden grutten , gries en griesmeel van mais en breukrijst , die werkelijk door de brouwerijen van de Gemeenschap worden gebruikt ;