III ) VON DEN ERFORDERNISSEN DER UNTER ZIFFER II ) VORGESEHENEN JÄHRLICHEN UNTERSUCHUNG AUF BRUCELLOSEFREIHEIT KANN IN EINEM MITGLIEDSTAAT ABGESEHEN WERDEN , IN DEM SEIT MINDESTENS VIER JAHREN MINDESTENS 99,8 % DES RINDERBESTANDS AMTLICH ALS BRUCELLOSEFREI ANERKANNT SIND . IN DIESEM FALL KANN DAS UNTERSUCHUNGSINTERVALL AUF ZWEI JAHRE AUSGEDEHNT WERDEN UND SIND DIE UNTERSUCHUNGEN MIT EINEM DER UNTER ZIFFER II ) GENANNTEN SEROLOGISCHEN TESTS DURCHZUFÜHREN ; " .
iii ) van de eisen met betrekking tot de sub ii ) bedoelde jaarlijkse controle op afwezigheid van brucellose kan worden afgezien in een Lid-Staat waarin ten minste 99,8 % van de rundveebeslagen sinds ten minste vier jaar officieel als brucellosevrij zijn erkend ; in dat geval kan de tussenpoos voor de controle tot twee jaar worden verlengd en moeten de controles worden verricht door middel van een der sub ii ) genoemde serologische proeven ; " .