Die Mitgliedstaaten dürfen die Benutzung der Zugmaschinen nicht wegen deren Bremsanlagen verbieten, wenn diese Zugmaschinen mit den in den Anhängen I bis IV vorgesehenen Anlagen ausgestattet sind und wenn diese Anlagen den Vorschriften der Anhänge genügen.
De lidstaten mogen het gebruik van trekkers niet verbieden om redenen die verband houden met de reminrichtingen daarvan, indien die trekkers zijn uitgerust met de in de bijlage I tot en met IV bedoelde inrichtingen en indien die inrichtingen in overeenstemming zijn met de in die bijlagen opgenomen voorschriften.