Traduction de «bord installiert haben » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

an Bord installierte elektronische Hilfsmittel zur Flugnavigation
elektronische hulpmiddelen voor luchtvaartnavigatie aan boord van vliegtuigen

an Bord installiertes Sicherheitssystem
veiligheidsvoorzieningen | voorzieningen voor de veiligheid

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

(1) Fischereifahrzeuge, die gemäß den EU-Rechtsvorschriften oder einem Beschluss eines Mitgliedstaats zum Zweck der Kontrolle einer Anlandeverpflichtung gemäß Artikel 15 der Verordnung (EU) Nr. [xxxx] der elektronischen Fernüberwachung unterliegen, müssen die Ausrüstung eines elektronischen Fernüberwachungssystems an Bord installiert haben.
1. Op vissersvaartuigen die overeenkomstig de wetgeving van de Unie of een besluit van een lidstaat aan elektronische monitoring op afstand worden onderworpen ter bewaking van de bij artikel 15 van Verordening (EU) [xxxx] ingestelde aanlandingsplicht, dient de apparatuur van een systeem voor elektronische monitoring op afstand te zijn geïnstalleerd.

In diesem Zusammenhang wurde auf der Grundlage von gemäß den Kapiteln III und V der IUU-Verordnung zusammengetragenen Unterlagen festgestellt, dass die drei in Erwägungsgrund 166 genannten Schiffe unter guineischer Flagge, die vom 1. Januar 2010 bis 1. Juni 2011 unter Missachtung der ICCAT-Empfehlung 03-14 ohne an Bord installierte VMS-Geräte innerhalb des ICCAT-Gebiets tätig waren, 2010 mindestens 8 922 Tonnen Thunfisch (hauptsächlich Echten Bonito) gefangen haben.
In dit verband is op basis van overeenkomstig de hoofdstukken III en V van de IOO-verordening verzamelde gegevens aan het licht gekomen dat de drie in overweging 166 bedoelde vaartuigen die de vlag van Guinee voerden en van 1 januari 2010 tot 1 juni 2011 in strijd met ICCAT-aanbeveling 03-14 in het ICCAT-gebied actief waren zonder VMS-apparatuur aan boord, in 2010 ten minste 8 922 ton tonijnsoorten hebben gevangen (voornamelijk gestreepte tonijn).

9. Hersteller, die der Auffassung sind oder Grund zu der Annahme haben, dass ein von ihnen in Verkehr gebrachtes oder an Bord eines EU-Schiffs installiertes Produkt nicht den geltenden Anforderungen der internationalen Instrumente nach Artikel 4 entspricht, ergreifen unverzüglich die erforderlichen Korrekturmaßnahmen, um die Konformität dieses Produkts herzustellen, und nehmen es gegebenenfalls vom Markt oder rufen es zurück.
9. Fabrikanten die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat een door hen in de handel gebracht of aan boord van EU-schepen geïnstalleerd product niet in overeenstemming is met de toepasselijke vereisten van de internationale instrumenten als bedoeld in artikel 4, nemen onmiddellijk de nodige corrigerende maatregelen om het product in overeenstemming te brengen en nemen zo nodig het product uit de handel of roepen het terug.

9. Hersteller, die der Auffassung sind oder Grund zu der Annahme haben, dass ein von ihnen in Verkehr gebrachtes oder an Bord eines EU-Schiffs installiertes Produkt nicht den geltenden Anforderungen der internationalen Instrumente nach Artikel 4 entspricht, ergreifen unverzüglich die erforderlichen Korrekturmaßnahmen, um die Konformität dieses Produkts herzustellen, es gegebenenfalls vom Markt zu nehmen oder zurückzurufen.
9. Fabrikanten die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat een door hen in de handel gebracht of aan boord van EU-schepen geïnstalleerd product niet in overeenstemming is met de toepasselijke vereisten van de internationale instrumenten als bedoeld in artikel 4, nemen onmiddellijk de nodige corrigerende maatregelen om het product in overeenstemming te brengen of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen.

1. Unbeschadet von Artikel 22 der Verordnung (EG) Nr. 2371/2002 des Rates muss ein Fischereifahrzeug, das auf die in Artikel 12 genannte spezifizierte Liste 1 oder 2 gesetzt ist, ab 1. Januar 2005 ein betriebsbereites System an Bord installiert haben, das eine Ortung und Identifizierung dieses Schiffes durch Fernüberwachungssysteme erlaubt.
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 22 van Raadsverordening (EG) nr. 2371/2002, dienen vissersvaartuigen die voorkomen op de in artikel 12 bedoelde lijst 1 of lijst 2, met ingang van 1 januari 2005 te zijn voorzien van een operationeel systeem waardoor zij via teledetectiesystemen kunnen worden opgespoord en geïdentificeerd.