Vertaling van "blendwirkung " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Blenden | Blendnachwirkung | Blendung | Blendwirkung
verblinding

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Verwendung hoch reflektierender Oberflächen, von denen eine Blendwirkung ausgehen kann;
het gebruik van sterk reflecterende oppervlakken die verblinding kunnen veroorzaken;

die Blendwirkung großer und stark reflektierender Oberflächen;
verblinding door grote en in hoge mate reflecterende oppervlakken;

– unter Hinweis auf seine Entschließungen vom 17. Dezember 1992 zu den verheerenden Schäden durch Minen , vom 29. Juni 1995 zu Landminen und Laserwaffen mit Blendwirkung und zu Schützenabwehrminen: ein mörderisches Entwicklungshindernis , vom 18. Dezember 1997 zu dem Übereinkommen von 1997 über das Verbot und die Zerstörung von Landminen , vom 25. Oktober 2000 zu Antipersonenminen , vom 6. September 2001 zu Maßnahmen zur Förderung einer Verpflichtung nichtstaatlicher Akteure zur vollständigen Ächtung von Antipersonenminen und vom 13. Februar 2003 zu den schädlichen Auswirkungen nicht zur Wirkung gelangter Kampfmittel (Landminen und Streumunition) und abgereichertes Uran enthaltender Munition ,
– onder verwijzing naar zijn resoluties van 17 december 1992 over de door antipersoonsmijnen veroorzaakte schade , van 29 juni 1995 over landmijnen en blindheid veroorzakende laserwapens alsmede over antipersoonsmijnen: een moordende belemmering voor ontwikkeling , van 18 december 1997 over het Verdrag van 1997 over het verbod op en de vernietiging van antipersonenmijnen , van 25 oktober 2000 over de bestrijding van antipersoneelmijnen , van 6 september 2001 over acties om te bevorderen dat niet op staatsniveau opererende actoren zich verplichten tot een totaal verbod op antipersoonsmijnen , en van 13 februari 2003 over de schadelijke gevolgen van niet-geëxplodeerd oorlogsmateriaal (landmijnen en clustermunitie) en verarmd uranium bevattende munitie ,

– unter Hinweis auf seine Entschließung vom 17. Dezember 1992 zu den durch Minen verursachten Verletzungen und Todesfällen, auf seine Entschließung vom 29. Juni 1995 zu Landminen und Laserwaffen mit Blendwirkung und zu Schützenabwehrminen: ein mörderisches Entwicklungshindernis, auf seine Entschließung vom 18. Dezember 1997 zu dem Übereinkommen von 1997 über das Verbot und die Zerstörung von Landminen, auf seine Entschließung vom 25. Oktober 2000 zu Antipersonenminen, auf seine Entschließung vom 6. September 2001 zu Maßnahmen zur Förderung einer Verpflichtung nichtstaatlicher Akteure zur vollständigen Ächtung von Antipersonenminen und auf seine Entschließung vom 13. Februar 2003 zu den schädlichen Auswirkungen nicht zur Wirkung gelangter Kampfmittel (Landminen und Streumunition) und abgereichertes Uran enthaltender Munition,
– onder verwijzing naar zijn resoluties van 17 december over de door antipersoonsmijnen veroorzaakte schade, van 29 juni 1995 over landmijnen en blindheid veroorzakende laserwapens alsmede over antipersoonsmijnen: een moordende belemmering voor ontwikkeling, van 18 december 1997 over het Verdrag van 1997 over het verbod op en de vernietiging van antipersonenmijnen, van 25 oktober 2000 over de bestrijding van antipersoneelmijnen, van 6 september 2001 over acties om te bevorderen dat niet op staatsniveau opererende actoren zich verplichten tot een totaal verbod op antipersoonsmijnen, en van 13 september 2003 over de schadelijke gevolgen van niet-geëxplodeerd oorlogsmateriaal (landmijnen en clustermunitie) en verarmd uranium bevattende munitie,

– unter Hinweis auf seine Entschließungen vom 17. Dezember 1992 zu den verheerenden Schäden durch Minen, vom 29. Juni 1995 zu Landminen und Laserwaffen mit Blendwirkung und zu Schützenabwehrminen: ein mörderisches Entwicklungshindernis, vom 18. Dezember 1997 zu dem Übereinkommen von 1997 über das Verbot und die Zerstörung von Landminen, vom 25. Oktober 2000 zu Antipersonenminen, vom 6. September 2001 zu Maßnahmen zur Förderung einer Verpflichtung nichtstaatlicher Akteure zur vollständigen Ächtung von Antipersonenminen und vom 13. Februar 2003 zu den schädlichen Auswirkungen nicht zur Wirkung gelangter Kampfmittel (Landminen und Streumunition) und abgereichertes Uran enthaltender Munition;
– onder verwijzing naar zijn resoluties van 17 december over de door antipersoonsmijnen veroorzaakte schade, van 29 juni 1995 over landmijn en blindheid veroorzakende laserwapens alsmede over antipersoonsmijnen: een moordende belemmering voor ontwikkeling, van 18 december 1997 over het Verdrag van 1997 over het verbod op en de vernietiging van antipersonenmijnen, van 25 oktober 2000 over de bestrijding van antipersoneelmijnen, van 6 september 2001 over acties om te bevorderen dat niet op staatsniveau opererende actoren zich verplichten tot een totaal verbod op antipersoonsmijnen, en van 13 september 2003 over de schadelijke gevolgen van niet-geëxplodeerd oorlogsmateriaal (landmijnen en clustermunitie) en verarmd uranium,

– unter Hinweis auf seine Entschließung vom 17. Dezember 1992 zu den durch Minen verursachten Verletzungen und Todesfällen, auf seine Entschließung vom 29. Juni 1995 zu Landminen und Laserwaffen mit Blendwirkung und zu Schützenabwehrminen: ein mörderisches Entwicklungshindernis, auf seine Entschließung vom 18. Dezember 1997 zu dem Übereinkommen von 1997 über das Verbot und die Zerstörung von Landminen, auf seine Entschließung vom 25. Oktober 2000 zu Antipersonenminen, auf seine Entschließung vom 6. September 2001 zu Maßnahmen zur Förderung einer Verpflichtung nichtstaatlicher Akteure zur vollständigen Ächtung von Antipersonenminen und auf seine Entschließung vom 13. Februar 2003 zu den schädlichen Auswirkungen nicht zur Wirkung gelangter Kampfmittel (Landminen und Streumunition) und abgereichertes Uran enthaltender Munition,
– onder verwijzing naar zijn resoluties van 17 december over de door antipersoonsmijnen veroorzaakte schade, van 29 juni 1995 over landmijn en blindheid veroorzakende laserwapens alsmede over antipersoonsmijnen: een moordende belemmering voor ontwikkeling, van 18 december 1997 over het Verdrag van 1997 over het verbod op en de vernietiging van antipersonenmijnen, van 25 oktober 2000 over de bestrijding van antipersoneelmijnen, van 6 september 2001 over acties om te bevorderen dat niet op staatsniveau opererende actoren zich verplichten tot een totaal verbod op antipersoonsmijnen, en van 13 september 2003 over de schadelijke gevolgen van niet-geëxplodeerd oorlogsmateriaal (landmijnen en clustermunitie) en verarmd uranium,

- unter Hinweis auf seine Entschließungen vom 17. Dezember 1992 zu den verheerenden Schäden durch Minen , vom 29. Juni 1995 zu Landminen und Laserwaffen mit Blendwirkung und zu Schützen-Abwehrminen: ein mörderisches Entwicklungshindernis sowie vom 18. Dezember 1997 zu dem Übereinkommen von 1997 über das Verbot und die Zerstörung von Landminen ,
- onder verwijzing naar zijn resolutie van 17 december 1992 over de door antipersoneelmijnen veroorzaakte schade , van 29 juni 1995 over landmijnen en blindheid veroorzakende laserwapens en over antipersoneelmijnen: een moordende belemmering voor ontwikkeling , en meest recentelijk van 18 december 1997 over het verbod op en de vernietiging van antipersoneelmijnen ,