Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «bis des zivilgesetzbuches vorgesehene verjährungsfrist » (Allemand → Néerlandais) :

Für die Zwecke von Absatz 1 Buchstabe f dieses Artikels gilt für den Ausschluss eines Wirtschaftsteilnehmers und/oder die Verhängung finanzieller Sanktionen gegen ihn die in Artikel 3 der Verordnung (EG, Euratom) Nr. 2988/95 vorgesehene Verjährungsfrist.

Voor de toepassing van lid 1, onder f), van dit artikel geldt de verjaringstermijn voor uitsluiting en/of het opleggen van financiële sancties aan ondernemers die is vastgelegd in artikel 3 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95.


« Verstoßen Artikel 350, Artikel 356-1 Absatz 2 und Artikel 356-4 des Zivilgesetzbuches, an sich oder in Verbindung miteinander, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit anderen, überstaatlichen Gesetzesbestimmungen wie der Europäischen Menschenrechtskonvention, insbesondere mit Artikel 8 dieser Konvention, insofern die Feststellung der Abstammung eines nachher adoptierten Kindes mit keiner anderen Folge als den Verbotsbestimmungen der Artikel 161 bis 164 des Zivilgesetzbuches einhergeht, im Gegensatz ...[+++]

« Schenden artikel 350, artikel 356-1, tweede lid, en artikel 356-4 van het Burgerlijk Wetboek, al dan niet in samenhang gelezen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere, supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met name artikel 8 ervan, in zoverre aan de vaststelling van de afstamming van een nadien geadopteerd kind geen ander gevolg toekomt dan de verbodsbepalingen van de artikelen 161 tot 164 van het Burgerlijk Wetboek, dit in tegenstelling tot een dergelijke vaststelling van de afstamming ten aanzien van een niet-geadopteerd natuurlijk kind, waa ...[+++]


Die Übergangsentschädigung, die von dem beim Landesamt für Arbeitsbeschaffung eingerichteten Fonds für die Entschädigung der bei Unternehmensschließungen entlassenen Arbeitnehmer gezahlt wird, unterscheidet sich nicht in dem Maße von den anderen Sozialleistungen, dass es gerechtfertigt wäre, auf die Rückforderung der nichtgeschuldeten Entschädigung die in Artikel 2262bis des Zivilgesetzbuches vorgesehene Verjährungsfrist anzuwenden, während für andere vergleichbare, rechtsgrundlos gezahlte Sozialleistungen die Verjährungsfrist, je nach den Fällen, sechs Monate, drei Jahre oder fünf Jahre beträgt.

De overbruggingsvergoeding die wordt gestort door het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, dat werd opgericht bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, verschilt niet dermate van de andere sociale prestaties dat het verantwoord zou zijn de terugvordering van de onverschuldigd betaalde vergoeding aan de verjaringstermijn van artikel 2262bis van het Burgerlijk Wetboek te onderwerpen terwijl, voor andere vergelijkbare onverschuldigd betaalde sociale uitkeringen de verjaringstermijn, naar gelang van de gevallen, zes maanden, drie jaar of vijf jaar bedraagt.


Für die Zwecke von Artikel 106 Absatz 1 Buchstabe f dieser Verordnung gilt für den Ausschluss eines Wirtschaftsteilnehmers und/oder die Verhängung finanzieller Sanktionen gegen ihn die in Artikel 3 der Verordnung (EG, Euratom) Nr. 2988/95 des Rates* vorgesehene Verjährungsfrist.

Voor de toepassing van artikel 106, lid 1, onder f), van deze verordening is de verjaringstermijn voor uitsluiting en/of het opleggen van financiële sancties aan marktdeelnemers zoals vastgelegd in artikel 3 van Richtlijn (EG, Euratom) nr. 2988/95* van de Raad van toepassing.


In seinem Urteil Nr. 147/2008 vom 30. Oktober 2008 hat der Hof für Recht erkannt, dass Artikel 29 § 1 des vorerwähnten Gesetzes vom 26. Mai 2002 vor seiner Abänderung durch das Gesetz vom 30. Dezember 2009 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstiess, insofern die darin erwähnte Verjährungsfrist über die in Artikel 2277 des Zivilgesetzbuches vorgesehene Verjährungsfrist von fünf Jahren hinausgeht.

In zijn arrest nr. 147/2008 van 30 oktober 2008 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 29, § 1, van de voormelde wet van 26 mei 2002, vóór de wijziging ervan bij de wet van 30 december 2009, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schond in zoverre de verjaringstermijn waarnaar het verwijst, de in artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde verjaringstermijn van vijf jaar overschrijdt.


Die in Artikel 12 Absatz 6 vorgesehene Verjährungsfrist ist zu kurz: Sie sollte zumindest drei Jahre betragen, um das Recht des Reisenden auf Rechtsbehelf zu wahren.

De verjaringstermijn van een jaar in artikel 12, lid 6, is te kort: deze moet ten minste drie jaar zijn ter bescherming van het recht van beroep van de consument.


Die Entschädigung, die bei Säumigkeit des Arbeitgebers von dem beim Landesamt für Arbeitsbeschaffung eingerichteten Fonds für die Entschädigung der bei Unternehmensschliessungen entlassenen Arbeitnehmer gezahlt wird, unterscheidet sich nicht in dem Masse von den anderen Sozialleistungen, dass es gerechtfertigt wäre, auf die Rückforderung der nichtgeschuldeten Entschädigung die in Artikel 2277 des Zivilgesetzbuches vorgesehene Verjähr ...[+++]

De vergoeding die, bij nalatigheid vanwege de werkgever, wordt gestort door het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, dat werd opgericht bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, verschilt niet dermate van de andere sociale prestaties dat het verantwoord zou zijn de terugvordering van de onverschuldigd betaalde vergoeding aan de verjaringstermijn van artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek te onderwerpen terwijl, voor andere vergelijkbare onverschuldigd betaalde sociale uitkeringen de verjaringstermijn, naar gelang van de gevallen, zes maanden, drie jaar of vijf jaar bedraagt.


Da die zehnjährige Verjährungsfrist, die in Artikel 2262bis § 1 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches vorgesehen ist, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar ist, insofern diese Frist für Parkabgaben gilt, braucht nicht geprüft zu werden, ob für Parkabgaben kürzere Verjährungsfristen hätten festgelegt werden müssen, wie es in den in den Artikeln 2271 bis 2277ter des Zivilgesetzbuches vorgesehenen ...[+++]

Vermits de tienjarige verjaringstermijn waarin artikel 2262bis, § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek voorziet, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die termijn van toepassing is op parkeerretributies, dient niet te worden onderzocht of voor parkeerretributies kortere verjaringstermijnen zouden dienen te worden vastgesteld, zoals dat geldt voor de bijzondere gevallen waarin de artikelen 2271 tot 2277ter van het Burgerlijk Wetboek voorzien.


Der fragliche Artikel 34 § 2 geht somit über den Rahmen der vertraglichen Zivilhaftung hinaus, auf die die in Artikel 2262bis § 1 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches vorgesehene Verjährungsfrist Anwendung findet.

Het in het geding zijnde artikel 34, § 2, overschrijdt aldus het kader van de contractuele burgerlijke aansprakelijkheid waarop de in artikel 2262bis, § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek bedoelde verjaringstermijn van toepassing is.


Eine Verjährungsfrist von zehn Jahren, wie sie in Artikel 91 Absatz 2 vorgesehen ist, widerspricht Artikel 45 des Vorschlags, dem zufolge die Wirtschaftsbeteiligten Unterlagen im Zusammenhang mit Zollverfahren während eines Zeitraums aufbewahren müssen, der viel kürzer ist als zehn Jahre („mindestens drei Kalenderjahre“).

Het voorschrijven van een termijn van 10 jaar, zoals gebeurt in artikel 91, lid 2, is in tegenspraak met artikel 45 van het voorstel, dat inhoudt dat marktdeelnemers documenten in verband met douaneverrichtingen veel korter dan 10 jaar dienen te bewaren ("ten minste drie kalenderjaren").


w