Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «bis 87 des angefochtenen urteils rechtsfehlerhaft » (Allemand → Néerlandais) :

Für den Fall, dass das Gericht den Rückgriff auf Art. 291 Abs. 2 AEUV als Rechtsgrundlage für den Erlass individueller restriktiver Maßnahmen im Rahmen einer Politik des Erlasses restriktiver Maßnahmen auf der Grundlage von Art. 215 AEUV für zulässig erachten sollte, macht die Rechtsmittelführerin fünftens hilfsweise geltend, das Gericht sei in Rn. 87 des angefochtenen Urteils zu Unrecht davon ausgegangen, dass der Rat im Rahmen seiner Verpflichtung zur Begründung der Rechtsakte der Union nich ...[+++]

Vijfde, subsidiair aangevoerde middel, indien het Hof zou oordelen dat individuele beperkende maatregelen kunnen worden vastgesteld op grond van artikel 291, lid 2, VWEU in het kader van een beleid waarbij beperkende maatregelen worden vastgesteld op basis van artikel 215 VWEU: het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste beoordeling in punt 87 van zijn arrest door wat betreft de rechtsgrondslag van artikel 46, lid 2, van verordening nr. 267/2012 te oordelen dat uit de verplichting tot motivering van rechtshandelingen van de Unie niet volgt dat de Raad uitdrukkelijk moest vermelden dat verordening (EU) nr. 267/2012 was gebaseerd op a ...[+++]


Erster Rechtsmittelgrund: Das Gericht habe gegen Artikel 24 Absatz 2 VO 4253/88 (1) i.V.m. Artikel 1 VO 2988/95 (2) und den Grundsatz der begrenzten Einzelermächtigung (ex-Artikel 5 EG nunmehr: Artikel 5 Absatz 2 EUV, Artikel 7 AEUV) verstoßen, da es im angefochtenen Urteil rechtsfehlerhaft angenommen habe, dass auch reine Verwaltungsfehler der nationalen Behörden eine „Unregelmäßigkeit“ darstellten, die die Kommission zur Finanzkorrektur nach Artikel 24 Absatz 2 VO 4253/88 berechtige.

Het Gerecht heeft artikel 24, lid 2, van verordening nr. 4253/88 (1), juncto artikel 1 van verordening nr. 2988/95 (2), en het beginsel van bevoegdheidstoedeling (oud artikel 5 EG, thans artikel 5, lid 2, VEU en artikel 7 VWEU) geschonden, doordat het in het bestreden arrest ten onrechte heeft geoordeeld dat ook zuiver administratieve fouten van de nationale autoriteiten een „onregelmatigheid” vormen, die de Commissie machtigt tot een financiële correctie op grond van artikel 24, lid 2, van verordening nr. 4253/88.


In Bezug auf den Prüfungsbericht 11-INFS-025 sei rechtsfehlerhaft behauptet worden, dass Rose Vision „nichts vorgebracht habe, was es erlaubt hätte, die Ergebnisse dieses Prüfungsberichts in Frage zu stellen“ (Rn. 101 des angefochtenen Urteils), und dass die Kommission nicht gegen die Finanzhilfevereinbarung verstoßen habe (Rn. 102 des angefochtenen Urteils).

Onjuiste rechtsopvatting door met betrekking tot auditrapport 11-INFS-025 te oordelen dat Rose Vision „geen enkel (...) gegeven heeft aangedragen dat afdoet aan de conclusies van dit auditrapport” (punt 101 van het bestreden arrest) en dat de Commissie de overeenkomst tot toekenning van steun niet heeft geschonden (punt 102 van het bestreden arrest).


Die Rechtsmittelführerin macht geltend, dass das Gericht rechtsfehlerhaft angenommen habe, dass die in Abs. 5 des Punkts II. 22 der allgemeinen Bedingungen FP7 festgelegte Frist für die Vorlage der Abschlussberichte 11-INFS-025 und 11-BA119-016 verlängert worden sei (Rn. 93 und 95 des angefochtenen Urteils) und dass die Kommission nicht gegen die Finanzhilfevereinbarung verstoßen habe (Rn. 97 des angefochtenen Urteils).

Onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat sprake was van een verlenging van de termijn die is vastgesteld in punt II. 22, lid 5, van de algemene voorwaarden voor de indiening van de eindversie van de auditrapporten 11-INFS-025 en 11-BA119-016 (punten 93 en 95 van het bestreden arrest) en dat de Commissie de overeenkomst tot toekenning van steun niet heeft geschonden (punt 97 van het bestreden arrest).


Es fehle rechtsfehlerhaft an einer Begründung für die Aussage, dass der Entwurf des Prüfungsberichts 11-INFS-025 „bereits das Bestehen bestimmter nicht förderbarer Personalkosten sowie einen Verstoß gegen bestimmte Vertragsbestimmungen auf zeige, was in dem oben genannten Prüfungsbericht bestätigt“ worden sei (Rn. 99 des angefochtenen Urteils).

Onjuiste rechtsopvatting door geen motivering te verstrekken voor de vaststelling dat in de conclusies van het ontwerp voor het auditrapport 11-INFS-025 „reeds werd gewezen op bepaalde personeelskosten die niet voor vergoeding in aanmerking kwamen en op de overtreding van een aantal contractuele bepalingen, hetgeen werd bevestigd in de definitieve versie van dit auditrapport” (punt 99 van het bestreden arrest).


70 Zweitens habe das Gericht in den Randnummern 85 bis 87 des angefochtenen Urteils rechtsfehlerhaft entschieden, dass der Nachweis für die Verkehrsdurchsetzung der Anmeldemarke für sämtliche Mitgliedstaaten der Union erbracht werden müsse.

70 In de tweede plaats heeft het Gerecht van een onjuiste rechtsopvatting blijk gegeven door in de punten 85 tot en met 87 van het bestreden arrest te oordelen dat het bewijs dat het aangevraagde merk onderscheidend vermogen heeft verkregen door het gebruik dat ervan is gemaakt, voor alle lidstaten van de Unie moest worden geleverd.


70 Zweitens habe das Gericht in den Randnummern 85 bis 87 des angefochtenen Urteils rechtsfehlerhaft entschieden, dass der Nachweis für die Verkehrsdurchsetzung der Anmeldemarke für sämtliche Mitgliedstaaten der Union erbracht werden müsse.

70 In de tweede plaats heeft het Gerecht van een onjuiste rechtsopvatting blijk gegeven door in de punten 85 tot en met 87 van het bestreden arrest te oordelen dat het bewijs dat het aangevraagde merk onderscheidend vermogen heeft verkregen door het gebruik dat ervan is gemaakt, voor alle lidstaten van de Unie moest worden geleverd.


68 Erstens habe das Gericht in den Randnummern 83 und 84 des angefochtenen Urteils rechtsfehlerhaft festgestellt, dass die Zahlen zur Menge der unter der Anmeldemarke verkauften Produkte und zu den Werbeausgaben für diese Marke deren Verkehrsdurchsetzung deshalb nicht bewiesen, weil Angaben darüber fehlten, welchem Anteil am Süßwarenmarkt und an den Gesamtwerbeausgaben für diesen Markt diese Zahlen entsprächen.

68 In de eerste plaats heeft het Gerecht van een onjuiste rechtsopvatting blijk gegeven door in de punten 83 en 84 van het bestreden arrest te oordelen dat de verkoopcijfers betreffende de door het aangevraagde merk aangeduide waren en de reclamekosten voor dit merk niet bewijzen dat dit merk door het gebruik dat ervan is gemaakt, onderscheidend vermogen heeft verkregen, bij gebreke van informatie over het aandeel van de markt voor snoepgoed respectievelijk het aandeel in de reclame-uitgaven voor deze markt dat dit cijfermateriaal vertegenwoordigt.


68 Erstens habe das Gericht in den Randnummern 83 und 84 des angefochtenen Urteils rechtsfehlerhaft festgestellt, dass die Zahlen zur Menge der unter der Anmeldemarke verkauften Produkte und zu den Werbeausgaben für diese Marke deren Verkehrsdurchsetzung deshalb nicht bewiesen, weil Angaben darüber fehlten, welchem Anteil am Süßwarenmarkt und an den Gesamtwerbeausgaben für diesen Markt diese Zahlen entsprächen.

68 In de eerste plaats heeft het Gerecht van een onjuiste rechtsopvatting blijk gegeven door in de punten 83 en 84 van het bestreden arrest te oordelen dat de verkoopcijfers betreffende de door het aangevraagde merk aangeduide waren en de reclamekosten voor dit merk niet bewijzen dat dit merk door het gebruik dat ervan is gemaakt, onderscheidend vermogen heeft verkregen, bij gebreke van informatie over het aandeel van de markt voor snoepgoed respectievelijk het aandeel in de reclame-uitgaven voor deze markt dat dit cijfermateriaal vertegenwoordigt.


86 Da das Gericht in den Randnummern 85 bis 87 des angefochtenen Urteils nach Würdigung des Sachverhalts und der Beweismittel festgestellt hat, dass zum einen die Anmeldemarke in sämtlichen Mitgliedstaaten der Gemeinschaft keine originäre Unterscheidungskraft besitzt und zum anderen die Rechtsmittelführerin nicht nachgewiesen hat, dass die Marke in bestimmten Mitgliedstaaten im maßgeblichen Zeitraum Gegenstand von Werbekampagnen war, ist es zu Recht zu dem Ergebnis gelangt, dass die vorgelegte ...[+++]

86 Aangezien het Gerecht in de punten 85 tot en met 87 van het bestreden arrest, na een beoordeling van de feiten en de bewijselementen, heeft vastgesteld dat het aangevraagde merk ab initio in alle lidstaten van de Gemeenschap onderscheidend vermogen miste, en dat rekwirante bovendien niet had aangetoond dat tijdens de referentieperiode in een aantal lidstaten reclame voor dat merk was gemaakt, heeft het terecht geoordeeld dat het cijfermateriaal betreffende de door rekwirante gemaakte reclamekosten niet het bewijs opleverde dat dit merk onderscheidend vermogen had verkregen als gevolg van het gebruik dat ervan was gemaakt.


w