Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «bis 83 des angefochtenen urteils beruhten » (Allemand → Néerlandais) :

Die Rn. 81 bis 83 des angefochtenen Urteils beruhten auf einem falschen Verständnis des Gerichts von den im vorliegenden Fall einschlägigen Vorschriften, insbesondere von Art. 15. 2 des Entscheidung Nr. 204/99 der Autorità per l’energia elettrica e il gas (Aufsichtsbehörde für elektrische Energie und Gas), der klar und deutlich zeige, dass der Alumix-Tarif — selbst nach Einführung der Kompensationsbeträge — keine substanzielle Änderung erfahren habe, weder bezüglich des von Alcoa gezahlten Nettostrompreises noch hinsichtlich der Finanzierung des Verfahrens, durch das ihr dieser Lieferpreis gewährleistet worden sei.

In de punten 81-83 van het bestreden arrest heeft het Gerecht de op deze casus toepasselijke bepalingen onjuist gelezen. Dat geldt met name voor artikel 15.2 van besluit nr. 204/99 van de Autorità per l'energia elettrica e il gas, waaruit duidelijk en eenduidig blijkt dat het Alumix-tarief — ook na invoering van het compenserende bestanddeel — in wezen niet is gewijzigd, noch wat betreft de door Alcoa betaalde nettoprijs voor elektriciteit, noch wat betreft de financiering van het mechanisme waarmee deze leveringsprijs aan Alcoa werd gegarandeerd.


99. Wie aus den Rn. 65 bis 83 des vorliegenden Urteils hervorgeht, hat das Königreich Belgien die vom belgischen Recht vorgesehene Einlagensicherungsregelung auf Anteile an im Finanzsektor tätigen zugelassenen Genossenschaften wie die im Ausgangsverfahren in Rede stehenden ausgeweitet.

99. Zoals uit de punten 65 tot en met 83 van het onderhavige arrest volgt, heeft het Koninkrijk België de in het Belgische recht geldende depositogarantieregeling uitgebreid tot de aandelen van erkende coöperatieve vennootschappen die actief zijn in de financiële sector, zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde zijn.


Artikel 83 des angefochtenen Dekrets bestimmt: « In Titel IV Kapitel VIII Abschnitt 3 [des Flämischen Raumordnungskodex], ersetzt durch das Dekret vom 6. Juli 2012, werden Unterabschnitt 6, der die Artikel 4.8.22 und 4.8.23 umfasst, Unterabschnitt 7, der die Artikel 4.8.24 bis 4.8.17 umfasst, und Unterabschnitt 8, der die Artikel 4.8.28 bis 4.8.32 umfasst, aufgehoben ».

Artikel 83 van het bestreden decreet bepaalt : « In titel IV, hoofdstuk VIII, afdeling 3, van [de VCRO], vervangen bij het decreet van 6 juli 2012, worden onderafdeling 6, die bestaat uit artikel 4.8.22 en 4.8.23, onderafdeling 7, die bestaat uit artikel 4.8.24 tot en met 4.8.17, en onderafdeling 8, die bestaat uit artikel 4.8.28 tot en met 4.8.32, opgeheven ».


44. Angesichts der Erwägungen in den Rn. 35 bis 37 des vorliegenden Urteils würde es nämlich der allgemeinen Systematik und den Zielen der Richtlinie 2004/83 widersprechen, die in dieser Richtlinie vorgesehenen Rechtsstellungen Drittstaatsangehörigen zuzuerkennen, die sich in Situationen befinden, die keinen Zusammenhang mit dem Zweck des internationalen Schutzes aufweisen.

44. Gelet op de overwegingen in de punten 35 tot en met 37 van het onderhavige arrest, zou het namelijk in strijd zijn met de algemene opzet en de doelstellingen van richtlijn 2004/83 om de erin bepaalde statussen toe te kennen aan derdelanders die zich in situaties bevinden die geen enkel verband houden met de logica van de internationale bescherming.


Falls nicht, sind Sachverhalte wie die in Nr. 5. 9.2. des am 12. Februar 2013 verkündeten angefochtenen Urteils Nr. 96. 933 des Conseil du contentieux des étrangers genannten, die der Gegenpartei im Urteil des Tribunal correctionnel de Bruxelles vom 16. Februar 2006 zur Last gelegt wurden und aufgrund deren sie wegen Beteiligung an einer terroristischen Vereinigung verurteilt worden ist, als Handlungen anzusehen, die den Zielen und Grundsätzen der Vereinten Nationen im Sinne von Art. 12 Abs. ...[+++]

Voor het geval dat de [vorige] vraag ontkennend zou worden beantwoord: kunnen feiten zoals die bedoeld in punt 5.9.2. van het bestreden arrest nr. 96.933 van 12 februari 2013 van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, die bij het vonnis van 16 februari 2006 van de correctionele rechtbank te Brussel aan de tegenpartij zijn toegerekend en op grond waarvan zij wegens het deelnemen aan een terroristische organisatie is veroordeeld, worden beschouwd als handelingen die in strijd zijn met de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties in de zin van artikel 12, lid 2, onder c, van de reeds aangehaalde richtlijn 2004/83/EG?


Entscheidung: Das Urteil des Gerichts für den öffentlichen Dienst der Europäischen Union vom 28. April 2009, Violetti u. a./Kommission (F-5/05 und F-7/05, Slg. ÖD 2009, I-A-1-83 und II-A-1-473) wird aufgehoben, soweit es die Anträge auf Aufhebung des Schreibens vom 5. August 2003 für zulässig erklärt, mit dem das Europäische Amt für Betrugsbekämpfung den italienischen Justizbehörden Informationen betreffend Herrn Antonello Violetti, Frau Nadine Schmit und zwölf weitere im Anhang des angefochtenen Urteils namentlich ...[+++]

Beslissing: Het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie van 28 april 2009, Violetti e.a./Commissie (F-5/05 en F-7/05, JurAmbt. blz. I-A-1-83 en II-A-1-473), wordt vernietigd, voor zover daarin ontvankelijk worden verklaard de verzoeken tot nietigverklaring van de nota van 5 augustus 2003 waarbij het Europees Bureau voor fraudebestrijding informatie over Violetti, Schmit en twaalf andere ambtenaren van de Europese Commissie, wier namen zijn opgenomen in de bijlage bij het bestreden arrest, aan de Italiaanse gerechtelijke instanties heeft verstrekt.


Da die Diskriminierung Bestandteil von Straftaten ist, die durch die Artikel 21 bis 23 des angefochtenen Gesetzes geahndet werden, musste der Gesetzgeber im Ubrigen die in diesen Bestimmungen vorgesehenen Diskriminierungsgründe definieren, da andernfalls das Legalitätsprinzip in Strafsachen verletzt würde, wie der Hof in B.21, zweiter Absatz, seines Urteil Nr. 157/2004 vom 6. Oktober 2004 festgestellt hat.

Aangezien de discriminatie een constitutief bestanddeel is van de misdrijven die worden bestraft door de artikelen 21 tot 23 van de bestreden wet, moest de wetgever overigens de in die bepalingen beoogde discriminatiegronden definiëren, op straffe van schending van het wettigheidsbeginsel in strafzaken, zoals het Hof heeft vastgesteld in B.21, tweede alinea, van zijn arrest nr. 157/2004 van 6 oktober 2004.


68 Erstens habe das Gericht in den Randnummern 83 und 84 des angefochtenen Urteils rechtsfehlerhaft festgestellt, dass die Zahlen zur Menge der unter der Anmeldemarke verkauften Produkte und zu den Werbeausgaben für diese Marke deren Verkehrsdurchsetzung deshalb nicht bewiesen, weil Angaben darüber fehlten, welchem Anteil am Süßwarenmarkt und an den Gesamtwerbeausgaben für diesen Markt diese Zahlen entsprächen.

68 In de eerste plaats heeft het Gerecht van een onjuiste rechtsopvatting blijk gegeven door in de punten 83 en 84 van het bestreden arrest te oordelen dat de verkoopcijfers betreffende de door het aangevraagde merk aangeduide waren en de reclamekosten voor dit merk niet bewijzen dat dit merk door het gebruik dat ervan is gemaakt, onderscheidend vermogen heeft verkregen, bij gebreke van informatie over het aandeel van de markt voor snoepgoed respectievelijk het aandeel in de reclame-uitgaven voor deze markt dat dit cijfermateriaal vertegenwoordigt.


Zweitens hat das Gericht in den Randnummern 36 und 37 des angefochtenen Urteils entgegen dem Vorbringen der Rechtsmittelführerin nicht Behauptungen aufgestellt, die durch keine Tatsachenfeststellungen gestützt werden, sondern Tatsachenwürdigungen vorgenommen, die insbesondere auf der Prüfung der ihm vorgelegten fraglichen Taschenlampen beruhten.

In de tweede plaats heeft het Gerecht, anders dan rekwirante stelt, in de punten 36 en 37 van het bestreden arrest geen stellingen geformuleerd die niet door enige feitelijke constatering worden gestaafd, doch heeft het beoordelingen van feitelijke aard gemaakt op basis van onder meer het onderzoek van de betrokken zaklampen, die aan hem waren voorgelegd.


Zweitens hat das Gericht in den Randnummern 36 und 37 des angefochtenen Urteils entgegen dem Vorbringen der Rechtsmittelführerin nicht Behauptungen aufgestellt, die durch keine Tatsachenfeststellungen gestützt werden, sondern Tatsachenwürdigungen vorgenommen, die insbesondere auf der Prüfung der ihm vorgelegten fraglichen Taschenlampen beruhten.

In de tweede plaats heeft het Gerecht, anders dan rekwirante stelt, in de punten 36 en 37 van het bestreden arrest geen stellingen geformuleerd die niet door enige feitelijke constatering worden gestaafd, doch heeft het beoordelingen van feitelijke aard gemaakt op basis van onder meer het onderzoek van de betrokken zaklampen, die aan hem waren voorgelegd.


w