Vertaling van "bis 34-jährigen " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

direkte 2/34 Mbit/s Multiplexierung
directe modulatie van 2/34 MB/S

Nach Nummer 34 der Interinstitutionellen Vereinbarung über bessere Rechtsetzung sind die Mitgliedstaaten aufgefordert, für ihre eigenen Zwecke und im Interesse der Union eigene Tabellen aufzustellen, aus denen im Rahmen des Möglichen die Entsprechungen zwischen dieser [der vorliegenden] Richtlinie und den Umsetzungsmaßnahmen zu entnehmen sind, und diese zu veröffentlichen.
Overeenkomstig punt 34 van het Interinstitutioneel Akkoord inzake beter wetgeven worden de lidstaten ertoe aangespoord voor zichzelf en in het belang van de Gemeenschap hun eigen tabellen op te stellen, die voor zover mogelijk het verband weergeven tussen deze richtlijn en de omzettingsmaatregelen, en deze tabellen openbaar te maken

Protokoll Nr. 3 zur Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, durch das die Artikel 29, 30 und 34 der Konvention geändert werden
Derde Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden tot wijziging van de artikelen 29, 30 en 34 van het Verdrag

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Erhöhung des Anteils der 30 bis 34-Jährigen mit Hochschulabschluss auf mindestens 40 %
Percentage bevolking tussen 30 en 34 jaar dat tertiair onderwijs heeft voltooid, optrekken tot minstens 40%

Zweifellos ist ihr Bildungsniveau deutlich höher als das der Älteren: so hatten 2003 in der EU-15 nahezu 28 % der Menschen im Alter von 25-34 einen Hochschulabschluss erreicht, gegenüber nur 16 % der 55-64-Jährigen.
Natuurlijk zijn zij aanmerkelijk beter opgeleid dan de vorige generaties: zo bezat bijna 28 % van de 25-34-jarigen in de EU-15 in 2003 een hogeronderwijsdiploma, tegen slechts 16 % van de 55-64-jarigen.

Verringerung der Schulabbrecherquote von derzeit 15 % auf 10 % sowie Erhöhung des Anteils der 30-34-jährigen mit Hochschulabschluss von 31 % auf mindestens 40 %.
Het percentage vroegtijdige schoolverlaters van 15% terugbrengen tot 10% en het percentage van de bevolking in de leeftijdsgroep van 30-34 jaar met een hogeronderwijsdiploma doen stijgen van 31% tot ten minste 40%.

Er misst die Fortschritte der EU im Hinblick auf sechs Ziele für die allgemeine und berufliche Bildung 2020: (1) Der Anteil der frühzeitigen Schul- und Ausbildungsabgänger im Alter zwischen 18 und 24 Jahren soll unter 10 % sinken; (2) 40 % der 30‑ bis 34-Jährigen sollen über einen Hochschul- oder gleichwertigen Abschluss verfügen; (3) mindestens 95 % der Kinder zwischen vier Jahren und dem gesetzlichen Einschulungsalter sollen an frühkindlichen Bildungsmaßnahmen teilnehmen; (4) der Anteil der 15-Jährigen mit unzureichenden Kenntnissen in Lesen, Mathematik und Naturwissenschaften soll unter 15 % liegen; (5) 82 % der Absolventinnen und Absolventen (Sekundarstufe II bis tertiäre Bildung) zwischen 20 und 34 Jahren, die an keiner weiteren schulischen oder beruflichen Bildungsmaßnahme teilnehmen, sollten einer Beschäftigung nachgehen; (6) mindestens 15 % der Erwachsenen sollen am formalen oder nichtformalen Lernen teilnehmen.
De monitor meet de vooruitgang in de EU ten aanzien van de zes streefcijfers voor onderwijs en opleiding voor het jaar 2020: (1) Het percentage voortijdige schoolverlaters (in de leeftijdsgroep van 18 tot 24 jaar) moet minder dan 10 % bedragen, (2) het percentage 30- tot 34-jarigen met een diploma tertiair onderwijs moet ten minste 40 % bedragen, (3) ten minste 95 % van de kinderen tussen vier jaar en de leerplichtige leeftijd voor het lager onderwijs moet deelnemen aan onderwijs, (4) het percentage 15-jarigen met ondermaatse prestaties voor lezen, wiskunde en wetenschappen moet minder dan 15 % bedragen, (5) 82 % van de pas afgestudeerde jongeren van 20 tot 34 jaar met een diploma hoger secundair of tertiair onderwijs die geen onderwijs of opleiding volgen, moet een baan hebben, (6) ten minste 15 % van de volwassenen (de leeftijdsgroep van 25 tot 64 jaar) moet deelnemen aan formeel of niet-formeel leren.

Zu den Zielen der Strategie Europa 2020, an denen die Mitgliedstaaten – unter Berücksichtigung ihrer jeweiligen Ausgangspositionen und nationalen Gegebenheiten – ihre nationalen Ziele ausrichten, gehört die Erhöhung der Beschäftigungsquote der 20- bis 64–jährigen Frauen und Männer auf 75 % bis zum Jahr 2020, die Senkung der Schulabbrecherquote auf unter 10 %, die Erhöhung des Anteils der 30- bis 34–Jährigen, die über einen Hochschul- oder einen gleichwertigen Abschluss verfügen, auf mindestens 40 % und die Förderung der sozialen Eingliederung, insbesondere durch die Verringerung von Armut, wobei angestrebt wird, mindestens 20 Mio. Menschen vor dem Risiko von Armut und Ausgrenzung zu bewahren .
De kerndoelen van de Europa 2020-strategie, op basis waarvan de lidstaten, met inachtneming van hun desbetreffende uitgangsposities en nationale omstandigheden, hun nationale doelen vaststellen, behelzen het streven de arbeidsparticipatiegraad voor vrouwen en mannen in de leeftijdscategorie 20-64 jaar voor 2020 op 75 % te brengen, de schooluitval onder de 10% te brengen, het deel van de bevolking in de leeftijdsgroep 30-34 jaar dat tertiair of gelijkwaardig onderwijs heeft voltooid op te trekken tot ten minste 40%, en sociale insluiting te bevorderen, met name door armoedevermindering, door ernaar te streven ten minste 20 miljoen mensen te bevrijden van het risico op armoede en uitsluiting .

H. in der Erwägung, dass die Strategie Europa 2020, die von der Kommission am 3. März 2010 vorgeschlagen und vom Europäischen Rat am 17. Juni 2010 gebilligt wurde, fünf Kernziele umfasst, die bis 2020 erreicht werden sollen, darunter: 75 % der 20- bis 64-jährigen Männer und Frauen sollen in Arbeit stehen; die Schulabbrecherquote soll auf unter 10 % verringert werden, und der Anteil der 30- bis 34-Jährigen mit abgeschlossener Hochschulbildung soll auf mindestens 40 % gesteigert werden; Armut soll verringert werden, indem die Zahl der von Armut und sozialer Ausgrenzung bedrohten Menschen um mindestens 20 Millionen gesenkt wird;
H. overwegende dat de door de Commissie op 3 maart 2010 voorgestelde en door de Europese Raad op 17 juni 2010 goedgekeurde Europa 2020-strategie onder andere gericht is op de volgende centrale doelstellingen met als streefdatum 2020: 75 % van de mannen en vrouwen in de leeftijd van 20 tot 64 jaar moet werk hebben, het percentage voortijdige schoolverlaters moet worden teruggebracht tot minder dan 10 %, minstens 40 % van de bevolking in de leeftijd van 30 tot 34 jaar moet een hogeronderwijsdiploma hebben en het aantal mensen voor wie armoede of sociale uitsluiting dreigt moet dalen met 20 miljoen;

L. in der Erwägung, dass sich die EU im Rahmen der Strategie Europa 2020 verpflichtet hat, das Bildungsniveau zu verbessern, die Schulabbruchquote bis 2020 auf unter 10 % zu senken, den Anteil der 30-34-jährigen Personen mit Hochschulabschluss oder gleichwertigem Bildungsabschluss auf mindestens 40 % zu erhöhen und die Beschäftigungsquote der 20-64-Jährigen auf 75 % zu erhöhen;
L. overwegende dat de EU in de context van de Europa 2020-strategie verplicht is het onderwijsniveau te verbeteren, tegen 2020 het aantal voortijdige schoolverlaters tot minder dan 10% te reduceren, het aantal 30- tot 34-jarigen dat met succes tertiair of gelijkwaardig onderwijs volgt, op te voeren tot ten minste 40% en de arbeidsparticipatie van 20- tot 64-jarigen tot 75% te doen toenemen;

Dieses Kernziel erstreckt sich auf zwei Bereiche: Senkung der Schulabbrecherquote auf unter 10 % und Anhebung des Anteils der 30-34-Jährigen, die über einen Hochschulabschluss oder einen vergleichbaren Abschluss verfügen, auf mindestens 40 %.
Het kerndoel is tweeledig: de schooluitval onder 10 % brengen en het aandeel van de 30-34-jarigen die tertiair of gelijkwaardig onderwijs hebben voltooid, optrekken tot ten minste 40 %.