Vertaling van "bis 2030 widerspiegeln " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Rahmen für die Klima- und Energiepolitik bis 2030 | Rahmen für die Klima- und Energiepolitik im Zeitraum 2020-2030
beleidskader voor klimaat en energie 2030 | klimaat- en energiekader 2030

Agenda 2030 | Agenda 2030 für nachhaltige Entwicklung
Agenda 2030 | Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling | Onze wereld transformeren: Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling

den Wählerwillen möglichst genau im Parlament widerspiegeln/wiedergeben
een zo goed mogelijke afspiegeling vd kiezerswil zijn in het parlement

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

10. ist der Auffassung, dass die EU-Finanzierung den wahren Investitionsbedarf für die Vollendung des TEN–V-Kernnetzes bis 2030 widerspiegeln muss und dass das Instrument der Fazilität „Connecting Europe“ (CEF) und andere Finanzierungsmöglichkeiten gemäß den in den TEN–V-Leitlinien und der CEF dargelegten Kriterien Investitionen in die Verkehrsinfrastruktur fördern und dabei nachhaltigen Verkehrsmitteln wie dem Schienenverkehr, den Binnenwasserstraßen und dem Kurzstreckenseeverkehr Vorrang einräumen sollten; hebt hervor, dass kofinanzierte Projekte dem Bedarf an Infrastruktur Rechnung tragen sollten, die die Wettbewerbsfähigkeit sowie den wirtschaftlichen, sozialen und territorialen Zusammenhalt der Union fördert, die Umweltauswirkungen minimiert, gegen mögliche Auswirkungen des Klimawandels resistent ist und die Gesundheit und Sicherheit der Nutzer gewährleistet;
10. is van mening dat de EU-financiering de werkelijke investeringsbehoeften voor de afronding van het TEN-T kernnetwerk in 2030 moet weerspiegelen, en dat de Connecting Europe Facility (CEF) en andere vormen van financiering de investeringen in vervoersinfrastructuur moeten stimuleren overeenkomstig de criteria in de TEN-T richtsnoeren en de CEF, met voorrang voor duurzame vormen van vervoer zoals spoorwegen, binnenwateren en de korte vaart; benadrukt dat medegefinancierde projecten tegemoet moeten komen aan de behoefte aan infrastructuur die ten goede komt aan het concurrentievermogen en de economische, sociale en territoriale cohesie van de Unie, die de effecten op het milieu zoveel mogelijk beperkt, die bestand is tegen de mogelijke effecten van de klimaatverandering en die de gezondheid en veiligheid van gebruikers garandeert;

10. ist der Auffassung, dass die EU-Finanzierung den wahren Investitionsbedarf für die Vollendung des TEN-V-Kernnetzes bis 2030 widerspiegeln muss und dass das Instrument der Fazilität „Connecting Europe“ (CEF) und andere Finanzierungsmöglichkeiten gemäß den in den TEN-V-Leitlinien und der CEF dargelegten Kriterien Investitionen in die Verkehrsinfrastruktur fördern und dabei nachhaltigen Verkehrsmitteln wie dem Schienenverkehr, den Binnenwasserstraßen und dem Kurzstreckenseeverkehr Vorrang einräumen sollten; hebt hervor, dass kofinanzierte Projekte dem Bedarf an Infrastruktur Rechnung tragen sollten, die die Wettbewerbsfähigkeit sowie den wirtschaftlichen, sozialen und territorialen Zusammenhalt der Union fördert, die Umweltauswirkungen minimiert, gegen mögliche Auswirkungen des Klimawandels resistent ist und die Gesundheit und Sicherheit der Nutzer gewährleistet;
10. is van mening dat de EU-financiering de werkelijke investeringsbehoeften voor de afronding van het TEN-T kernnetwerk in 2030 moet weerspiegelen, en dat de Connecting Europe Facility (CEF) en andere vormen van financiering de investeringen in vervoersinfrastructuur moeten stimuleren overeenkomstig de criteria in de TEN-T richtsnoeren en de CEF, met voorrang voor duurzame vormen van vervoer zoals spoorwegen, binnenwateren en de korte vaart; benadrukt dat medegefinancierde projecten tegemoet moeten komen aan de behoefte aan infrastructuur die ten goede komt aan het concurrentievermogen en de economische, sociale en territoriale cohesie van de Unie, die de effecten op het milieu zoveel mogelijk beperkt, die bestand is tegen de mogelijke effecten van de klimaatverandering en die de gezondheid en veiligheid van gebruikers garandeert;

146. unterstützt ausdrücklich das Vorhaben des Vizepräsidenten der Kommission, Frans Timmermans, den Vorschlag für eine Richtlinie über nationale Emissionshöchstmengen (NEC-Richtlinie) aufrechtzuerhalten und geänderte Vorschläge vorzulegen, die angesichts der Notwendigkeit, die Luftqualität zu verbessern, um ernstzunehmende Probleme der öffentlichen Gesundheit zu lösen, und die auf internationaler Ebene für 2020 festgelegten Grenzwerte zu erreichen, die Synergien mit dem Klima- und Energiepaket für den Zeitraum bis 2030 widerspiegeln und den Verwaltungsaufwand verringern sollen; fordert die Kommission auf, sicherzustellen, dass alle zusätzlichen Änderungen strikt der Agenda für intelligente Regulierung entsprechen und einer besseren Umsetzung dienen; fordert, dass künftige Entscheidungen zur Änderung des ursprünglichen Vorschlags keine unnötigen Verzögerungen nach sich ziehen sollten;
146. juicht de toezegging toe van eerste vicevoorzitter Timmermans om het voorstel voor de richtlijn inzake nationale emissieplafonds te handhaven, en gewijzigde voorstellen in te dienen om de synergieën met het energie- en klimaatpakket voor 2030 beter uit te laten komen en de administratieve rompslomp te beperken, gezien het belang van de verbetering van de luchtkwaliteit om belangrijke risico's voor de volksgezondheid aan te pakken en gezien de urgentie om internationaal overeengekomen 2020-limieten te halen; verzoekt de Commissie erop toe te zien dat in alle aanvullende wijzigingen de agenda voor slimme regelgeving op de voet wordt gevolgd en betere tenuitvoerlegging mogelijk wordt gemaakt; verlangt dat elk toekomstig besluit tot wijziging van het oorspronkelijke voorstel niet leidt tot onnodige vertragingen;

H. in der Erwägung, dass Bevölkerungswachstum und steigende Lebensstandards den weltweiten Energiebedarf bis 2030 um bis zu 40 % wachsen lassen könnte; in der Erwägung, dass die ohnehin hohe und weiter steigende Importabhängigkeit der EU Maßnahmen bedarf, die diese potenziellen Entwicklungen widerspiegeln und ihnen entgegenwirken;
H. overwegende dat de mondiale vraag naar energie door de bevolkingsaanwas en de verhoging van de levensstandaard tot 2030 met maar liefst 40 % zou kunnen groeien; overwegende dat de grote en toenemende afhankelijkheid van de EU op het gebied van invoer een beleid vergt dat rekening houdt met en een oplossing biedt voor deze mogelijke ontwikkelingen;