Vor der Abänderung durch Artikel 78 des vorerwähnten Gesetzes vom 14. Januar 2013 bestimmte Artikel 1675/2 Absatz 3 des Gerichtsgesetzbuches: « Die Person, deren gütlicher oder gerichtlicher Schuldenregelungsplan in Anwendung von Artikel 1675/15 § 1 Absatz 1 Nr. 1 und 3 bis 5 widerrufen worden ist, kann während einer Zeitspanne von fünf Jahren ab dem Widerrufungsurteil keinen Antrag auf kollektive Schuldenregelung einreichen ».
Vóór de wijziging bij artikel 78 van de voormelde wet van 14 januari 2013 bepaalde artikel 1675/2, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek : « De persoon waarvan de minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling werd herroepen bij toepassing van artikel 1675/15, § 1, eerste lid, 1° en 3° tot 5°, kan gedurende een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de datum van het vonnis van herroeping geen verzoekschrift tot het verkrijgen van een collectieve schuldenregeling indienen ».