5. Mitgliedstaaten, die die Sonderregelung anwenden, müssen der Verpflichtung gemäß Artikel 125 Absatz 2 der Verordnung (EG) Nr. 1782/2003 hinsichtlich der zu berücksichtigenden Mindestanzahl von Tieren voll und ganz nachkommen; dies gilt für Mutterkühe, wenn der Erzeuger einen Prämienantrag für Mutterkühe gestellt hat, oder für Färsen, wenn er einen Prämienantrag für Färsen gestellt hat.
5. In de lidstaten die de specifieke regeling toepassen, moet de in artikel 125, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde verplichting inzake het minimumaantal te houden dieren voor 100 % met zoogkoeien worden nagekomen wanneer de landbouwer een aanvraag voor zoogkoeien heeft ingediend, en voor 100 % met vaarzen wanneer de landbouwer een aanvraag voor vaarzen heeft ingediend.