19. weist mit Nachdruck darauf hin, dass die nachhaltige Erzeugung von Biomasse für Biotreibstoffe eine Angelegenheit ist, die innerhalb der EU dringend angegangen werden muss, und zwar so, dass die Maßnahmen der EU zur Abschwächung des Klimawandels sich nicht negativ auf die Länder, die Biomasse erzeugen, auswirken; ist der Überzeugung, dass in der Europäischen Union und andernorts jede Gefahr der Entwaldung, der Verschlechterung des Bodens und der natürlichen Ressourcen sowie der Knappheit einer angemessenen Lebensmittelversorgung für alle betroffenen Bevölkerungsgruppen unbedingt vermieden werden muss;
19. onderstreept dat de duurzame productie van biomassa voor biobrandstoffen, in de EU dringend moet worden aangepakt, waarbij de EU-maatregelen om de klimaatverandering te temperen geen negatieve gevolgen voor biomassa producerende landen mogen hebben; onderstreept dat niet alleen in de Europese Unie elk gevaar van ontbossing en aantasting van de bodem en de natuurlijke hulpbronnen, alsmede schaarste van adequate voeding voor alle betrokken bevolkingsgroepen moet worden voorkomen;
