(3) Über diese Richtlinie hinaus dürfen die Mitgliedstaaten nach dem 22.
Mai 2017 nur dann bilaterale oder multilaterale Übereinkünfte
oder Vereinbarungen mit anderen Mitgliedstaaten schließen
oder weiterhin anwenden, wenn diese Übereinkünfte
oder Vereinbarungen die Möglichkeit bieten, die Vorschriften dieser Richtlinie weiter zu verstärken,
oder zu einer weiteren Vereinfachung
oder Erleichterung der Verfahren zur Beweiserhebung beitragen, und sofern das in dieser Richtlinie niedergelegte Schutzniveau gewahrt ist
...[+++].3. De lidstaten mogen bilaterale en multilaterale overeenkomsten en regelingen met andere lidstaten die na 22 mei 2017 van kracht zijn, naast de bepalingen van deze richtlijn blijven toepassen, mits dit ten goede komt aan de doelstellingen van deze richtlijn en ertoe bijdraagt de procedures voor bewijsgaring te vereenvoudigen of verder te versoepelen, en mits het in deze richtlijn voorgeschreven niveau van waarborgen in acht wordt genomen.