Werden Messungen nach dem Verfahren in Anhang IV durchgeführt mit einem Abstand Fahrzeug zu Antenne von 3,0 ± 0,05 m, sind die Bezugsgrenzwerte der Strahlung 44 dBµV/m (160 µV/m) im Frequenzbereich vn 30-75 MHz und 44-55 dBµV/m (160-562µV/m) im Frequenzbereich von 75-400 MHz, wobei dieser Grenzwert bei Frequenzen über 75 MHz nach Anlage 2 zu diesem Anhang linear über logarithmisch geteilten Frequenzachsen ansteigt.
Bij de meting van de straling volgens de methode van bijlage IV bedraagt de stralingsreferentiegrens bij een afstand van 3,0 ± 0,05 m tussen het voertuig en de antenne 44 dBµV/m (160 µV/m) in de frequentieband 30-75 MHz en 44-55 dBµV/m (160-562 µV/m) in de frequentieband 75-400 MHz. Deze grenswaarde neemt voor frequenties boven 75 MHz logaritmisch (lineair) toe, zoals is aangegeven in aanhangsel 2.