Insofern in den Artikeln 33 und 34 die niederländischsprachigen und die französischsprachigen Gerichte des Gerichtsbezirks Brüssel den einsprachigen Gerichten der beiden Sprachgebiete gleichgestellt werden (durch Bezugnahme auf die Artikel 1 und 2 des Gesetzes vom 15. Juni 1935), ist die für ihre Mitglieder vorgeschriebene Sprachkenntnis identisch mit derjenigen, die für die einsprachigen Gerichte in Anwendung des heutigen Artikels 43 § 1 und § 2 vorgeschrieben wird.
In de mate waarin de artikelen 33 en 34 de Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel gelijkstellen aan de eentalige rechtbanken van de twee taalgebieden (door er te verwijzen naar de artikelen 1 en 2 van de wet van 15 juni 1935), is de aan hun leden opgelegde talenkennis identiek aan die welke is opgelegd aan de eentalige rechtbanken met toepassing van huidig artikel 43, § 1 en § 2.