62. weist darauf hin, dass die EU unbedingt eine enge Zusammenarbeit mit Drittländern einführen muss, insbesondere mit den Transitländern und den Zielländern, wenn dies möglich ist, damit die EU-Bürger und in der EU wohnhafte Drittstaatsangehörige, die ausreisen, um an der Seite einer terroristischen Organisation zu kämpfen, oder anschließe
nd wiedereinreisen, ermittelt werden können, wobei jedoch die Rechtsvorschriften, die Grundsätze und die Werte der EU sowie die internationalen Menschenrechtsnormen geachtet
werden müssen; betont auch, dass der politische Dialog und die gemeinsamen Aktionsplän
...[+++]e im Bereich der Bekämpfung der Radikalisierung und des Terrorismus im Rahmen der bilateralen Beziehungen sowie mit den regionalen Organisationen, wie der Afrikanischen Union und der Liga der Arabischen Staaten, verstärkt werden müssen; 62. onderstreept dat het cruciaal is dat de EU, waar dat mogelijk is en met inachtneming van de Europese we
tten, beginselen en waarden en de internationale mensenrechten, een nauwe samenwerking tot stand brengt met derde landen, met name de transitolanden en de landen van bestemming, om te kunnen vaststellen wanneer EU-burgers en niet-Europese ingezetenen die zich bij de strijd van terroristische organisaties aansluiten, uitreizen of terugkeren; benadrukt eveneens de noodzaak van een versterking van de politieke dialoog en de gemeenschappelijke actieplannen ter bestrijding van radicalisering en terrorisme in het kade
r van de b ...[+++]ilaterale betrekkingen alsook met regionale organisaties, zoals de Afrikaanse Unie en de Liga van Arabische Staten;